De Perrehoeve in het Oosteneind
De vroegere hoeve Van Riel op de hoek van de Oud-Dorpsstraat en de Weverstraat is enkele jaren geleden verdwenen. De familie Van den Broeck- Rombouts is nu eigenaar, in 2007 bouwden ze er hun nieuwe woning. Het perceel wordt op de oude figuratieve kaart van Loenhout aangeduid met het nummer 56 dat in de 19° eeuw vervangen werd door de kadasternummers Sectie E n° 569a- 578- 579a- 581a.
Deze hoeve werd vroeger de 'Per(re)hoeve' genoemd. De huidige Weverstraat was toen de Perrestraat. De naam Perre of Parre komt in vele dorpen voor. Over de betekenis ervan zijn de meningen verdeeld. Volgens E. Verwijs en J. Verdam in het Middelnederlands Woordenboek (Leiden 1907) zou perre of parre verwant zijn met het Hoogduitse Pfarre = parochie. In sommige middeleeuwse teksten komt parre voor, in samenstelling met een ander woord, zoals parrekercke = parochiekerk, parrehuys = woning van de pastoor of dominee, parreman = parochiaan. Parrehoeve zou dan parochiehoeve betekenen. Het woord leeft voort in de familienaam Van de Perre. In Loenhout lagen de gronden van de Perhoeve en van de oude pastorij naast elkaar. Was het ooit één enkele hoeve?
In 't cijnsboek van 1530 (F°32 Art.1) wordt Cornelis Dielis Haest vermeld als eigenaar van een huis en hof geheeten 't goet te perre aen 't perveken.. Voordien was Lijsbeth Van den Perre de eigenares. Na Cornelis Dielis Haest kwam de Perrehoeve in 't bezit van Jan Van Aerde. Op 29 januari 1566 hebben Jan Nijs Peetersen en Antoon Van Aerde, voogden van zijn dochter Catharina Van Aerde de hoeve verkocht aan meester Geert Van Bergen, doctor in de medicijnen te Antwerpen eene hoeve met huysinghe, schuere, hove, lande, driessche.. in den Huffel aen 't Oosteneynde... In 't cijnsboek van 1566 wordt de nieuwe eigenaar al vermeld: Meester Geeraert Van Bergen... stede met huyse, hove.. geheeten 't goet te Perre.. palend ten oosten aan de Perrestraat. Geert Van Bergen bleef niet lang in 't bezit van de Perrehoeve. In 1575 was Jan Van Vollenhoven de eigenaar. Hij was schout en rentmeester in Loenhout van 1565 tot zijn dood in 1592. Op 17 oktober 1575 verhuurde hij de Perrehoeve aan Adriaan Diels en zijn vrouw Cornelia, voor een termijn van zes jaren, aan 50 Karolus gulden per jaar. De vorige pachter Joos Huybrechts was kort voordien overleden.
De mensen leden toen onder het oorlogsgeweld. De strijd tussen de Spaanse koning Filips 2° en de protestantse opstandelingen werd hier in onze streek uitgevochten. Veel huizen in 't dorp waren door de bewoners verlaten, en door vreemde soldatenbenden vernield en leeg geplunderd. In een schepenbrief van 1 september 1579 lezen we dat schout Jan Van Vollenhoven, secretaris Jan Van Vorspoele en Cornelis Ijsendonck zich naar 't Oosteneind begaven. Daar stelden ze vast dat de huyse Janne Van Vollenhoven toebehoorende ende genaemt de Perhoeve... van deuren, vensteren, glazen, weegen .. is berooft ende dat 't selve huys ende peertstalle geheel bedorven is, ende dat daer inne niemant en woont noch oock gewoont en heeft sedert half meert van den jare LXXVIII (=1578) Het huis stond dus al anderhalf jaar leeg. De bedervinge ende roovinge = vernieling en plundering, van het huis was het werk van soldaten van 't peertvolck ende voetvolck die tot Loenhout dickmaels met hoopen gelegen hebben.. In 1583 was de miserie nog niet voorbij. Claes Van Daele was toen pachter van de Perrehoeve. Hij werd beroofd van zijn vee en andere goederen. In een brief van 22 augustus 1583 liet hij schout Van Vollenhoven weten dat hij wilde vertrekken. Hij stelde voor alle gewassen op 't veld als vorm van betaling aan Van Vollenhoven te geven. Deze liet hem de veldvruchten houden en ontlastte hem van de huur.
Schout Jan Van Vollenhoven stierf eind 1591 of in 1592. Op 12 april 1593 wordt Cornelis Van Dongen vermeld als schout. In het register van leenverheffingen van 1591- 1641 en van het laathof lezen we over de Perhoeve anno 1596: De erfgenaemen Jan Van Vollenhoven houden in laetschap de Perhoeve met de erven daeraen gelegen, groot een bunder, palend oost de Perstrate, west de erve van de pastorij.. In het meetboek van 1602 wordt vrouwe Van Vollenhoven genoemd als eigenares van de hoffstede genaemt de Perhoeve. In 't Oud Dorp bezat zij nog meer eigendommen: een huis en hof genaamd den hoogen Buer, een huis en hof den Meulen, en een hofstede genaamd den Leeuw. Op 5 september 1615 werd de Perhoeve door de erfgenamen Jan Van Vollenhoven verkocht. De verkopers waren:
- Dimphna Dardennen, weduwe Jan Van Vollenhoven met haar voogd
- Dimphna Jans Van Vollenhoven met Jan Van Poele
- Cornelia Van Vollenhoven X Cornelis Lenaerts Van Erfrenten
Laureys Laureyssen Reyns kocht de hoeve met ruim 12ha grond voor 815 Rijnsgulden. Laureys was secretaris van Wuustwezel. Waarschijnlijk deed hij de koop voor Aert Laureyssen Van Dongen. Deze wordt in 't cijnsboek van 1622 vermeld als eigenaar van de stede met huyse, hove, geheeten 't goet te Perre in den Huffel aen 't Oosten eynde.. Hij was in 't bezit gekomen van de hoeve bij coop van de weduwe ende erffgenaemen Jan Van Vollenhoven... In het register van het laathof vernemen we ook wie de volgende eigenaar was van de Perhoeve; Bij verkoop door Aert Laureyssen Van Dongen heeft Jan Antoon Thijs de vs (Perhoeve) in laetschap ontvangen, present Michiel Van Elsacker en Andries Jordaens, mannen van laet, en Daniel Buycx meyer, op 10 februari 1631...
Jan Antoon Thijs en Jenneken Cornelis Peeter Nouts dr
Jan Antoon Thijs, soms ook Cools genoemd, trouwde op 9 februari 1620 met Joanna, dochter van Cornelis Peeter Nouts. Hij was haar derde man. Joanna 'Jenneken' had in haar jonge jaren in Breda gewoond. Ze had er samen geleefd met een Italiaanse soldaat, Bartholomeeus d' Ast genaamd. Ze kreeg twee kinderen van hem: Margriet en Mark. Bartholomeeus d' Ast stierf in 1600 tijdens de slag van Vlaanderen. Terug in Loenhout trouwde Jenneken met Antoon Joos Huybrechts.
Margriet Bartholomeeusen d' Ast, dochter van Jenneken, trouwde op 16 september 1607 met Jan Huybrecht Bode den ouden. Van hem had ze een zoon, Huybrecht genaamd. Na de dood van haar man hertrouwde Margriet op 22 augustus 1613 met Jacob Marcus Kenis. In dit gezin werden 7 kinderen geboren tussen 1614 en 1635.
Marcus 'Merck' Bartholomeeusen d' Ast, zoon van Jenneken, trouwde op 20 juli 1614 met Cornelia Geert Cornelissen. Zijn stiefvader Antoon Joos Huybrechts was getuige bij het huwelijk. Na de dood van zijn vrouw hertrouwde Merck op 24 juni 1629 met Cornelia Goossens. Zijn stiefvader Jan Antoon Thijs en zijn schoonbroer Jacob Marcus Kenis traden op als getuigen.
Jan Antoon Thijs stierf op 9 november 1638 als gevolg van kwetsuren opgelopen tijdens een café ruzie. De erfgenamen waren zijn vrouw Jenneken en zijn broers en zusters, met name:
- Catelijn Antoon Thijs en haar man Willem Cornelis Herstraets,
- Steynken Antoon Thijs met haar voogden
- Mathijs Antoon Thijs voor zichzelf en als voogd van zijn zuster Steynken
- Adriaan Peeter Hoevenaers hun halve broer.
De verdeling van de nalatenschap is niet vreedzaam verlopen, er was onenigheid tussen de familie van Jan Antoon Thijs en zijn vrouw Jenneken. Jan probeerde op zijn sterfbed de gemoederen te bedaren met de woorden gij sult de goederen delen en sult daeromme doch nijet vechten of kijven... Uiteindelijk is er toch een akkoord bereikt. In het register van het laathof lezen we dat de broers en zusters van Jan samen de helft van de Perhoeve ontvingen, en dat ze deze helft opgedroegen gesaemderhant ten behoeve van Joanna Cornelis Peeter Nouts, weduwe Jan Antoon Thijs die dese helft bij coop ontvangen heeft...present Michiel Van Elsacker en Jan Hendrik De Crom, laten, en Jan Cornelis Goris meier op 22 maart 1640...
In het Cohier ende opsomminge van de schouwen, ploegen, ovens... van 3 januari 1639 lezen we dat het huis van Jenneken, weduwe van Jan Antoon Thijs, drie schouwen had, een oven, een brouwoven en een ast. Op 17 september 1639 liet Jenneken door notaris Van der Buyten een pachtcontract opstellen. Zij verhuurde aan haar schoonzoon Jacob Marcus Kenis, voor de prijs van 80 gulden haere stede genaemt de Perhoeve gestaen aen het Oosten eynd mette huysinghe, schuere, brouwhuyse, brouwerije, soo brouwketel, brouwcuype, koelback, tonnen... met allen tgene de brouwerije aengaet.. Daarnaast verhuurde zij nog verschillende percelen akkers en weiland. De pachttermijn van zes jaar begon op 15 maart 1640. De Perhoeve was belast met vijf veertelen rogge jaarlijks aan Geertrui Van Erfrenten, wonend in Breda. In 1640 waren er op korte tijd drie sterfgevallen op de Perhoeve. Op 7 april overleed Margriet Batholomeeusen d' Ast, vrouw van Jacob Marcus Kenis. Haar moeder Jenneken Cornelis Peeter Nouts dr stierf op 22 mei, en Jacob Marcus Kenis op 29 mei 1640.
Op 21 januari 1641 hebben de erfgenamen van Jenneken de nalatenschap verdeeld:
- Merck Bartholomeeusen d' Ast, zoon van Jenneken
- De kinderen van Margriet Bartholomeeusen d' Ast, dochter van Jenneken, met name:
- Huybrecht Jan Bode, zoon van Margriet en haar eerste man Jan Huybrecht Bode
- De vier kinderen van Margriet en haar tweede man Jacob Marcus Kenis, namelijk Jacob, Cornelis, Peeter en Marcus. Zij waren nog minderjarig en werden vertegenwoordigd door hun voogden Matthijs Goossens en Andries Marcus Kenis.
Jenneken Cornelis Peeter Nouts had een hele erfenis nagelaten: de Perhoeve op 't Oosteneind, de hofstede 'den groten Heybaert met huis en lentenhof en vele percelen grond, de hofstede met land en dries genaamd 'den cleynen Heybaert met 30 lopenzaad grond, en een hofstede genaamd Bufkens op de Heibaard. Deze goederen op de Heibaard waren afkomstig van Peeter Nouts op Hoenderen en zijn zoon Merck Peeter Nouts. De Perhoeve werd bij de verdeling voor een deel toegewezen aan Huybrecht Jan Bode, kleinzoon van Jenneken, en de vier kinderen van Margriet en Jacob Kenis. Volgens het cijnsboek heeft Jacob Kenis Jacobs sone het deel dat de andere erfgenamen hadden in de Perhoeve gekocht en werd hij de enige eigenaar.
Jacob Jacobs Kenis en Margaretha Willem Daniels
Jacob, geboren op 22 juni 1621, zoon van Jacob Marcus Kenis en Margriet Bartholomeeusen d' Ast, trouwde op 18 augustus 1641 met Margaretha Daniels, geboren op 6 maart 1622, dochter van Willem Daniels en Engelbertha 'Engel' Wackers. In de doopboeken staan de namen van hun 12 kinderen waarvan verschillenden klein gestorven zijn. Volgens de zetboeken heeft Jacob Kenis altijd op 't Oosteneind gewoond. In 1660 betaalde hij voor het huis een gulden belasting, voor de schuur 15 stuivers, voor het bakhuis en turfkot 10 stuivers. Er wordt geen brouwerij meer vermeld. Jacob Kenis stierf op 13 mei 1683. Zijn zoon Willem Kenis werd de opvolger op de Perhoeve. Willem, geboren op 23 juli 1656, trouwde op 28 november 1680 met Adriana Adriaansen Vergouwen. In 't meetboek van ca 1692 staat de hoeve op naam van Willem, zijn broer Jan en hun zuster Marie, elk voor een deel. Willem Kenis was al vlug weduwnaar, zijn vrouw was in 1693 al overleden. Jan Jacob Kenis, broer van Willem, geboren op 11 september 1645, trouwde op 7 februari 1673 met Margaretha Huybrecht Hendrickx, dochter van Huybrecht Hendrickx en Elisabeth Peeters Van Aerde. In 1698 woonden Jan en Margaretha nog in Loenhout. Bij de telling van dat jaar worden zij vermeld met hun vijf kinderen, met name Huybrecht, Elisabeth, Peeter, Jacobmijn en Gabriel. Kort daarna verhuisde het gezin naar Brecht waar Jan stierf op 6 mei 1700. In 't cijnsboek van 1700 lezen we bij 't perceel 56: Willem Jacob Kenis, een derde deel in een stede met huyse, hove op 't Oosteneynd genaemd de Perre.. Zijn broer Jan Jacob Kenis bezat een derde deel van dezelfde stede. In de zetboeken wordt Willem Kenis vermeld tot 1742 als de bewoner van de hoeve. Hij stierf op 27 juli 1742 in de ouderdom van 86 jaar. In 1739 had Willem in zijn testament voor notaris Gerardi te Hoogstraten Peeter Kenis, zoon van zijn broer Jan, aangewezen als zijn erfgenaam. Peeter werd de volgende eigenaar en bewoner van de Perhoeve.
Peeter Kenis en Helena Gijsen
Peeter Kenis, geboren in Loenhout op 23 april 1682, zoon van Jan Jacob Kenis en Margriet Huybrecht Hendrickx, trouwde te Brecht op 24 mei 1705 met Helena Gijsen, geboren in Brecht op 14 oktober 1685 als dochter van Lenaert Adriaan Gijsen en Elisabeth Peeter Kerstens. De tien kinderen van Peeter Kenis en Helena Gijsen werden allen in Brecht geboren. Na de dood van zijn nonkel Willem Kenis in 1742, kwam Peeter Kenis met zijn gezin naar 't Oosteneind. In 't manuaal van de kerk van 't jaar 1746 lezen we dat de hoeve belast was met een pot wijn per jaar aan de kerk. In 1746 was het Peeter Kenis die deze belasting betaalde. In 't mastboek van 1748 staat de hoeve op zijn naam. Peeter Kenis stierf op 2 juli 1748. Op 15 januari 1749 hebben de weduwe en kinderen de hoeve verhuurd aan Huybrecht Kenis eene stede met huyse, stalle, schuere, gestaen ende gelegen alhier in het Oosteneynde, groot in land, groese, weyde ende bemde 19 gemeten.. De pachttermijn van zes jaar begon op 15 maart 1749, de prijs bedroeg 70 gulden. Huybrecht Kenis, geboren in Brecht op 14 juni 1719, was toen pas getrouwd met Adriana Van Tichelt. In 1755 bij de telling woonden zij op 't Oosteneind met hun zoon Peeter, drie jaar oud, een meid en een knecht. In 1758 woonde Jan Kenis, broer van Huybrecht, op de hoeve.
Jan Kenis X Maria Lambrechts XX Margaretha Rombouts XXX Cornelia Verhesen
Jan Kenis, geboren in Brecht op 19 april 1714, was de zoon van Peeter Kenis en Helena Gijsen. Hij trouwde een eerste maal te Loenhout op 26 januari 1750 met Maria Lambrechts. Zij was van Wuustwezel afkomstig. Er werden in dit gezin vijf kinderen geboren; Peeter in 1750, Joanna Maria °1751, Jan °1753, Anna Maria °1758, en Gabriel °1762. Maria Lambrechts overleed op 22 mei 1765. Enkele weken later, op 14 juni 1765, overleed haar schoonmoeder Helena Gijsen, weduwe Peeter Kenis. Na de dood van hun moeder hebben de kinderen Kenis op 11 april 1766 de boerderij op 't Oosteneind verkocht aan hun broer Jan. De verkopers waren:
- Jacomijn Kenis, weduwe Jan Geert Smits
- Huybrecht Peeter Kenis, wonend in Hoogstraten
- Margo Peeter Kenis met haar man Jacobus Adriaan Peeters
- Barbara Peeter Kenis en haar man Petrus Van Elsacker
- Matthijs Van Nijen, weduwnaar van Anna Peeter Kenis en zijn twee dochters
- Jan Peeter Kenis, hij woonde op de hoeve in 't Oosteneind
Zij verkochten aan hun broer Jan Kenis en zijn minderjarige kinderen de hoeve met huysinge, schuere, stallinge, hoff ende aenstede..... met 16 loopensaet grond (3 ½ ha) gelegen bij de stede, palend oost de Perstraat, west de erve van de pastorie, met daarbij nog vele percelen land, weide, beemden... Op 19 april 1766 heeft de nieuwe eigenaar de som van 1000 gulden geleend van Gaspar De Beuckelaer met zijn hoeve op 't Oosteneind als onderpand. Hij leende ook nog 200 gulden van Jan Vroman. Bovendien was de hoeve reeds belast met een lopen gerst aan de heer van Loenhout, en 6 lopen koren aan juffr. Marcelli.
Jan Kenis hertrouwde op 10 juni 1767 met Margaretha Rombouts die een half jaar daarna reeds overleed. De derde vrouw van Jan Kenis was Cornelia Verhesen. Met haar had hij nog drie kinderen, met name Cornelis °1771, Denijs °1773, en Petrus Joannes °1777. De naam Perhoeve werd toen niet meer gebruikt. Op 3 mei 1782 verkocht Jan Kenis voor de som van 900 gulden de boerderij aan zijn zoon Peeter Kenis en schoondochter Maria Catharina Van de Mierop. De stede was belast met een kapitaal van 1000 gulden aan 4% intrest, en 200 gulden aan de weduwe en kinderen van Jan Vroman. Jan Kenis overleed op 7 augustus 1783 in de leeftijd van 69 jaar. In juli 1784 werd de korenoogst door de weduwe en kinderen verkocht. De verkoop van 2ha 40a koren bracht 443 gulden en 19 stuivers op. In 't meetboek van 1783 staat de hoeve op 't perceel 56 van 't Oosteneind op naam van Peeter Kenis.
Peeter Kenis en Maria Catharina Van de Mierop
Peeter Kenis, geboren op 9 juni 1750, was de oudste zoon van Jan Kenis en Maria Lambrechts. Zijn vrouw Maria Catharina Van de Mierop, geboren 25 maart 1743, was de dochter van Jan Van de Mierop en Maria Van de Keybus. Zij woonden na hun huwelijk eerst enkele jaren op de hoeve Van de Mierop op de Donk. Van 1780 tot eind 1794 waren zij pachters op 't Verbrand Hof. Dan verhuisden zij naar 't Oosteneind. In 't gezin Kenis- Van de Mierop werden vier zonen geboren: Jan in 1777, Petrus Joannes in 1780, Adriaan in 1782, en Willem in 1785. Op 10 april 1786 heeft Peeter Kenis de 1000 gulden die zijn vader in 1766 geleend had van Gaspar De Beuckelaer, betaald aan Jan De Beuckelaer, zoon van Gaspar.
In 1801 werden als bewoners van het huis n° 12 op 't Oosteneind opgegeven: Petrus Kenis en Marie Van de Mierop, en hun zonen Jan, Peeter Jan, Adriaan en Willem, Maria Van de Mierop had hulp van twee meiden, met name Isabella Peeters en Catharina Chantrain. In 1806 wordt Willem niet meer vermeld bij de bewoners van het huis. Hij was toen al ingelijfd in 't leger van de Franse bezetters. Zijn broer Jan trouwde in 1807 met Joanna Van den Bleeken en verhuisde naar Neerven waar hij de hoeve Van den Bleeken overnam. In 1809 woonden de twee ongehuwde zonen Peeter Jan en Adriaan nog bij hun ouders op 't Oosteneind. Zij werden geholpen door een knecht en twee meiden.
Willem, de soldaat van Napoleon, heeft tijdens zijn acht jaren militaire dienst slechts één maal zijn familie teruggezien. Toen hij eind 1810 met zijn legerafdeling een opdracht vervulde in Nederland, kreeg hij drie weken verlof om zijn ouders te bezoeken. In zijn dagboek schrijft hij daarover: Te Loenhout aangekomen was ik zeer verheugd mijn ouderlijk huis weer te zien, en mijn beminde vader die aan de deur kwam mij vragend: Zijt gij dat Mus? Nadat ik omtrent drie weken thuis was geweest vertrok ik terug naar mijn regiment met vernieuwde droefheid. Want na die dagen, doorgebracht in vreugde en plezier, dacht ik aan het ongelukkige leven dat ik ging hernemen. Wederom zeg ik adieu aan mijn beminde ouders. Dit gedaan zijnde ging ik de deur uit, doch ik keek eerst nog eens om en zag mijn tere moeder met schreiende ogen op haar bed. Ik dacht: dat is nu de laatste maal dat ik haar zie.. Het was inderdaad de laatste keer. Toen Willem met Kerstmis 1814 thuis kwam was zijn moeder al meer dan een jaar dood. Zij overleed op 30 september 1813 in haar huis 1° Sectie n° 10 op 't Oosteneind.. Vanaf 1815 werd Petrus Joannes Kenis de opvolger op de hoeve van 't Oosteneind.
Petrus Joannes Kenis en Anna Catharina Van den Bergh
Petrus Joannes Kenis, geboren op 14 maart 1780, trouwde op 19 april 1815 te Wuustwezel met Anna Catharina Van den Bergh. Zij werd in Brecht geboren op 19 januari 1788 als dochter van Jan Van den Bergh en Jacoba Cools. Er werden in dit gezin zes kinderen geboren: Petrus in 1816, Jan Baptist in 1818, Maria Jacoba in 1821, Frans in 1822, Adriaan in 1824, en Cornelis in 1826. Corneel, de jongste, overleed twee maanden na de geboorte. Enkele dagen later, op 4 augustus 1826, stierf Anna Catharina Van den Bergh om half twaalf uren des nagts in haren woonhuize gestaan alhier Wijk 1 n°10 in het Oosteneinde.. Haar vijf kinderen waren nog minderjarig. In 't bevolkingsregister van 1830 worden vier van hen vermeld, samen met hun vader Petrus Joannes Kenis, 50 jaar, en hun grootvader Petrus Kenis 79 jaar. Ze werden in 't huishouden en op de boerderij geholpen door twee knechten en twee meiden: Jan Bartholomeeusen 27 jaar, Jan Quirijnen 17 jaar, Joanna Stes 27 jaar, en Dimphna Philipsen 25 jaar. Petrus Kenis was 86 jaar oud toen hij op 20 april 1836 overleed. Zijn vier zonen Jan, Peeter Jan, Adriaan en Willem hebben op 8 augustus 1845 voor notaris Theuns van Oostmalle de nalatenschap van hun ouders verdeeld. De hoeve op 't Oosteneind werd toegewezen aan Petrus Joannes Eene patrimoniële pachthoef bestaende uit huizing, schuer, schob, bakhuis met hof, werf, bouw en weiland op 't Oosteneind Sectie E n°578- 579- 580- 581..
Petrus Joannes Kenis overleed op 22 januari 1849. De vijf kinderen lieten op 13 juni 1850 de inventaris opmaken door notaris Theuns:
- Petrus Kenis, notaris te Kalmthout
- Jan Baptist Kenis, landbouwer op 't Oosteneind
- Maria Jacoba Kenis, zonder beroep, wonend in Loenhout
- Frans Kenis, landbouwer en 'olieslager' te Hoogstraten
- Adriaan Kenis, notarisklerk te Oostmalle bij notaris Theuns
De veestapel op 't Oosteneind was groot voor die tijd: zeven koeien werden geschat op 1320 F, vijf kalveren op 190 F, drie werkossen op 495 F, en het paard op 370 F. Op 20 juli 1851 hebben Maria Jacoba, Frans en Adriaan Kenis “bij onderhandse akte van verdeling” de boerderij verkocht aan hun broers Petrus, notaris, en Jan Baptist, ieder voor de helft. Jan Baptist Kenis nam de boerderij op 't Oosteneind voor zijn rekening.
Jan Baptist Kenis en Lucia Catharina Speltincx
Jan Baptist Kenis, geboren op 26 april 1818, trouwde op 26 mei 1852 met Lucia Catharina Speltincx. Zij werd op 15 februari 1829 geboren als dochter van Jan Speltincx en Maria Catharina Van Hees. In de geboorteakte staat dat haar vader toen eerste schepen en dienstdoende burgemeester was. In 't gezin van Jan Kenis en Lucia Catharina Speltincx werden zeven kinderen geboren tussen 1856 en 1869. Jan overleed op 18 oktober 1888 ten negen uren voormiddag in zijne woning Wijk A Oosteneind n° 12.. De aangifte van zijn overlijden werd gedaan door zijn zoon Petrus Kenis 25 jaar, en Dionisius Van den Heuvel 28 jaar, wagenmaker van beroep. In 1900 woonde Lucia Catharina Speltincx op de hoeve met haar ongehuwde zoon Louis Kenis. Zij overleed op 26 december 1906. De hoeve op 't Oosteneind werd op 7 mei 1907 publiek verkocht. De eerste zitdag ging door in de herberg van Leonard Kuypers in de Kapelstraat. De verkopers waren de zeven kinderen van Jan Baptist Kenis en Lucia Catharina Speltincx, met name:
- Maria Kenis ( °1856) met Dionisius Stes, burgemeester en landbouwer te Loenhout
- Maria Anna Kenis (°1858) weduwe van Victor Jan Michielsen, conciërge in Antwerpen
- Maria Theresia Kenis (°1860) met Felix Frans Michielsen, winkelier te Antwerpen
- Julia Christina Kenis (°1865) met Leonard Kuypers ,koopman en herbergier Loenhout
- Petronella Joanna Kenis (°1867) met Cornelius Van Dijck, landbouwer in Rijkevorsel
- Ludovicus Kenis (°1869) landbouwer te Loenhout
- Catharina Vissers, weduwe van Petrus Joannes Kenis (°1863) met haar huidige man Carolus Ludovicus Van den Bergh, sigarenmaker te Merksem. Zij handelde als moeder en voogdes van haar kinderen Maria Catharina en Maria Anna Kenis.
De boerderij had in 't geheel 24ha 68a 7ca grond en werd verdeeld in 31 kopen. De eerste koop wordt beschreven als Eene hoeve bestaande uit woonhuis met stal, schuur en verdere gebouwen, plaats, hof en boomgaard, gestaan en gelegen in het Oosteneind Sectie E 579a- 581a, groot 31 aren, palende noord de steenweg, oost de straat.. De vijf eerste kopen vormden samen een aaneengelegen blok grond van 3ha 58a 65ca bij de hoeve. Joannes Franciscus Van Riel kocht daarvan de vier eerste kopen, samen 2ha 89a 60ca voor 16.000 F. Koop vijf, het meest zuidelijk gelegen deel van de huisakker, 69 aren groot en gelegen tegen de Weverstraat, werd gekocht door Theodoor Koeken voor 3.775 F. Joannes Franciscus Van Riel kocht ook de achtste koop, 66a 35ca bouw en weiland in 't Oosteneind, voor 3.500 F. (Not. Van Nueten 1907 n° 71 en 79) Op woensdag 11 december 1907 werd er uitverkoop gehouden ten huize van de kinderen Kenis op 't Oosteneind. Zes koeien brachten samen 2.070 F op, twee vaarzen 369 F, zeven kalveren 625 F, en een veulen 350 F. De totale opbrengst van de verkoop bedroeg 4.461,40 F. (Not. Van Nueten 1907 n°156) )
Gedurende ruim 267 jaar hadden zeven generaties van de familie Kenis op deze hoeve gewoond. Eind 1907 kwam de nieuwe eigenaar Frans Van Riel van de Kloosterstraat in Sint Lenaarts naar 't Oosteneind.
Joannes Franciscus Van Riel en Maria Anna Bevers
Frans Van Riel, geboren in Sint Lenaarts op 21 oktober 1834, was de zoon van Petrus Joannes Van Riel en Anna Cornelia Adriaenssens. Hij trouwde een eerste maal met Maria Elisabeth Dielen die overleed op 8 juli 1866. Ze woonden toen in Wuustwezel. Frans hertrouwde op 26 oktober 1868 te Loenhout met Maria Anna Bevers. Zij werd geboren op 4 mei 1842 als dochter van Aert Bevers en Maria Catharina Anthonissen. Eind 1907 kwamen zij naar 't Oosteneind met hun drie ongehuwde zonen Corneel (°1871) Stan (°1882) en Louis (°1883) Frans Van Riel overleed op 23 oktober 1910 en Maria Anna Bevers op 10 november 1913. Hun zoon Stan huwde op 12 mei 1914 te Wortel met Maria Ludovica Van Bergen. Zij werd in Wortel geboren op 8 augustus 1884, dochter van Joannes Petrus Van Bergen en Lucia Van Gestel. Stan en zijn vrouw werden de opvolgers op de hoeve van 't Oosteneind. Na hun dood bleven de ongetrouwde zonen Frans 'Sooi' en Alfons er wonen. Alfons stierf op 21 december 1995 en Sooi op 15 september 2003. In 2004 werd de hoeve eigendom van de familie Van den Broeck- Rombouts. Zij bouwden er in 2007 hun nieuwe woning.