1893-1911 E.H. Adriaan Adriaenssen
Hij is geboren te Rijkevorsel op 20 juni 1849 als kind van Cornelius Adriaenssen (landbouwer) en Cornelia Sprangers. Hij werd priester gewijd op 19 september 1874. Hij was op 15 oktober 1874 onderpastoor te Sint-Amands-Puurs en bleef dit gedurende 19 jaar. Op 23 september 1893 werd hij aangesteld als pastoor in Loenhout. Op 11 mei 1911 nam hij eervol ontslag als pastoor te Loenhout in 1911 en ging op rust in de Tienpondstraat. Hij heeft de zware oorlogsjaren 1914-18 meegemaakt en overleed in Antwerpen op 20 (of 29?) februari 1918.
Uit de mémoires van E.P. L. Bogaerts o.p. (1985):
Onze herinneringen lopen terug tot voor de oorlog 1914-18. Loenhout was in die tijd een bloeiende parochie, een prachtdorp. Het had zijn lange, brede dreven vanuit het dorp naar het kasteel van Montens en vanaf Terbeek naar Maxburg. Het had zijn magere korenvelden en zijn brede heggen die ze moesten beschermen, zijn weilanden en beemden zonder pinnekensdraad, zijn bossen rondom het kasteel en het groot mastenbos in de Munt, zijn purperen heide waarvan de namen Heiweg, Hoenderheidebeek, Stapelheide en Heibaard nog getuigen. Loenhout had zelfs een Tommelberg en twee windmolens, waarvan de oudste van de twee in een stormwind van 1911 zijn kap en vleugels verloor.
De eerste indrukken blijven altijd bij. Het kon toen nog echt spikke-stikke donker zijn. Dat kennen de kinderen nu niet meer. We hadden alleen een petrollamp en een stallantaarn. Sommigen hadden nog een carbuurlamp op de fiets. ‘t Was al. Als we ‘s morgens vanaf ons Eerste Communie alle dagen naar de zes-uur-mis trapten, konden we echt niets zien. Het was ook vroeg. Ik herinner me nog dat de witte Vissers, die al heel vroeg van het Tereik vertrok, door de beemden tot aan ons huis op de Dijk (nu Dijkweg) ons opwachtte ! Met hem moesten we door de slijkstraten tot op de kasseien in’t dorp geraken. In de kerk was het ijskoud. We trommelden met ons kloontjes op de vloer om toch warme voetjes te krijgen. Iederen morgen zagen we dan een oud pastoorke aan het zij-altaar van O.L. Vrouw stil zijn Mis lezen. Hij woonde in de Tienpond en sukkelde iedere dag op hetzelfde uur met dezelfde glimlach – vergezeld door zijn meid « Zjoukevandepastoor » - naar de sacristie. Dat was pastoor Adriaenssen uit Rijkevorsel, die op 23 september 1893 te Loenhout pastoor was benoemd. Hij bleef pastoor tot in mei 1911. Hij was een zeer eenvoudig man, koekegoed, met heel veel kennis van de geschiedenis van Loenhout. Op het bisdom ligt nog een lange lijst met beschrijvingen van al de grafstenen die in de kerk en op het kerkhof lagen. Hij overleed op 29 februari 1920.