1532-1539 E.H. Mattheus Rouvoet
Enkel de tekst van E.P. Bogaerts uit 1985 vermeldt hem. Misschien is hij dezelfde persoon als E.H. Matheus Kuvoet, die we wél terugvinden in de registers van kerkelijke beneficiën van het bisdom Luik, zoals uitgegeven door E.H. G.C.A. Juten (Taxandria; tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde, jrg 28, 1921, 116)? We weten niet precies waar Bogaerts zijn informatie haalde.
Bogaerts schrijft over deze periode:
Loenhout kende in deze periode een grote bloeiperiode. In 1526 waren er 312 haardsteden of huizen. Als we rekenen met gemiddeld 7 inwoners per huis, betekent dit 2184 inwoners.
Onder Mattheus Rouvoet werd er in de kerk een prachtige sacramentstoren geplaatst, zoals er nu nog maar enkele bestaan, bv. in Zoutleeuw. Honderd jaar later, in 1626, staat hij er nog en noemt Jan Bouchaert, pastoor van Brecht, het een "prachtig monument".
De gildemeesters en het broederschap van het H. Sacrament hebben hun renten en gronden moeten verkopen om de kunstenaars te kunnen betalen. Jammer genoeg werd dit monument in een latere periode weer afgebroken.
Onder deze zelfde pastoor werd in 1538 het altaar van Sint-Joris in de kerk geplaatst met daarop het beeld van Sint-Joris. Dit altaar bleef bewaard tot aan de verwoesting in 1940.