1694-1708 E.H. Benedictus de Altuna
Hij werd gedoopt als Anthonius de Altuna te O.L.V. Antwerpen Noord op 6 november 1646 als zoon van jonker Cornelius Franciscus de Altuna en vrouwe Cornelia de Stembor. Als doopgetuigen traden op: E.H. Henricus van Halmale in naam van Joannes Philippi de Stembor en vrouwe Francisca van Vlierden (gehuwd met Arnold de Stembor).
Cornelius Franciscus de Altuna en vrouwe Cornelia de Stembor huwden te Antwerpen in de Sint-Jacobskerk op 30 juni 1641.
Uit dit gezin kwam volgende kinderen voort:
- Andreas Franciscus (ged. 6 juni 1642 OLV Noord)
- Carolus Antonius (ged. 6 juni 1642 OLV Noord)
- Joannes Josephus (ged. 9 september 1643 OLV Noord)
- Constantinus (ged. 31 januari 1645 OLV Noord)
- Antonius (ged. 6 november 1646 OLV Noord)
- Anna Catharina Barbara (ged. 6 mei 1648 OLV Noord)
- Henricus Guilielmus (ged. 10 februari 1651 OLV Noord)
Op 30 januari 1666 schreef Antonius zich in als student aan de Universiteit van Leuven.
Vanaf 20 februari 1670 studeerde hij verder met zijn broer Andreas Franciscus aan de universiteit van Dole. (Bron: Messager des sciences historiques; ou, Archives des arts et de la bibliographie de Belgique 1892, p. 169)
Over zijn tweelingbroers Andreas en Carolus (°1642) konden we nog het volgende achterhalen:
- Andreas Franciscus was kanunnik van de Antwerpse kathedraal. Hij overleed op 20 april 1712 en werd begraven op 23 april 1712 in OLV Noord.
- Carolus Antonius werd schepen te Antwerpen (Bron: Histoire de l'établissement des anversois aux Canaries au XVIe siècle, Donnet Fernand, 1856, p. 159, te raadplegen op Geneanet)
- Drie broers (Hendrik, Karel, Andries) worden ook vermeld in enkele notariële actes te Utrecht in maart-april 1688.
Antonius werd geprofest in de abdij van Sint-Bernards op 10 januari 1672 en nam de kloosternaam Benedictus aan. Zijn priesterwijding volgde op 4 april 1676.
Hij was subprior in het klooster en pater in Nazareth. Op 12 november 1694 is hij pastoor van Loenhout geworden. Hij overleed op 8 mei 1708.
E.H. Altuna enkele maanden voor zijn dood moet hij reeds zijn ontslag gegeven hebben aangezien zijn opvolger E.H. Bonaventura Vander Haeghen werd aangesteld op 6 februari 1708.
Archiefstukken i.v.m. DE ALTUNA, Benedictus
Loenhout, Volkstelling 1695, Nr. 8
Nr. 8
Altina de Benedictus pastoor met sijnen cnecht
Loenhout, Volkstelling 1698, stuk 7
Nr.11
Mijnheer Benedictus de Altuna, pastoir, Mijnheer Bonaventura vander Haghen, cappellaen, Laurina Pachters, meijssen
Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 182, stuk 134
f° 119bis r° 12.10.1700
heer Benedictus de Altena, pastoor - sr Marcellus Marcelli, schout - Hubert Bode, schoolmeester en koster; verklaren op verzoek van de weduwe en erfgenamen +Guilliam van Batom dat deze op 27.09.1700 's avonds gestorven is en op 30.09.1700 begraven in de kerk, dat vs Guilliam van Batom hen gezegd heeft in 's Gravenhage gekwetst te zijn geweest door zekere Raserius, en dat Guilliam van Batom met deze kwetsuur naar Loenhout is gekomen, daarmee ziekelijk te bed heeft gelegen en uiteindelijk daaraan is gestorven
Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 184, stuk 12
f° 12 v° 05.11.1703
passeerbrief voor heer Benedictus van Altuna, pastoor
Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 187, stuk 48
f° 40 r° 06.03.1708
E.H. pastoor Altuna voldaan door Christiaen Geert Vorselmans van het legaat van 25 gld dat Tanneken Niclaes Cornelissen gelaten heeft voor het maken van het st Anna beeld