1841-1851 Franciscus Henricus Elsen

Op een affiche van 't jaar 1841 lezen we:

De verkoop, aangekondigd voor 23-24 augustus en 6-7 september 1841, ging uiteindelijk door op 15 oktober 1841. De verkoopakte werd opgemaakt door de Antwerpse notaris Judocus Hanegraeff (1841 n°4864). De verkopers waren Hendrik Van Beeck-Vollenhoven, koopman te Amsterdam. Hij handelde in eigen naam en ook in naam van zijn echtgenote Maria Stadnilski, en zijn zuster Agatha Petronella Van Beeck-Vollenhoven en haar man Samuel Alexander Hemmingson die te Velp in Gelderland woonden. Franciscus Henricus Elsen, suikerraffineerder wonend in de Venusstraat te Antwerpen, de volgende goederen:

“Een kasteel hebbende keuken met aenhorige onderaerdsche vertrekken en verscheyde gewelfde zeer drooge kelders, vestibule, trapzael, verscheyde zalen en kamers, billardzael op de eerste verdieping beneffens een aental slaepkamers met hunne cabinetten en gerieven en groote zolders, alles van eene goestieuse en sterke constructie met twee torentjes en uytspringende vleugels ter zijdewaerts van de stoep of perron, komende regt over de buekedreef leydende naer het dorp, bassecour met schuer, koestal, hoveniershuys, remise en stalling voor acht peerden met palfreniers en harnasurekamers, het alle omringd met breede gragten, met daerbij alle de soo reëele als exemptuele regten, privilegien en voordelen thans nog afhangende of die in het vervolg zouden kunnen afhangen en behoorende aen de voormalige heerlijkheyd van Loenhout, mitsgaders twee andere wooningen en verscheyde parceelen bouw- en hooyland, hoveniers en lusthoving, opgaende geboomte, hakhout, plantagien en dreven met alle de boomen staende soo op de Donck als op 's heeren straet, het alle gestaen en gelegen binnen de gemeente Loenhout ter plaets genaemd de Donck en daer omtrent, kanton Brecht, district en provincie Antwerpen, volgens het kadastrale plan der gemeente groot zestig hectaren negen en dertig aren vijfentwintig centiaren...”

Voor het kasteel met de ruim 60 ha grond betaalde Franciscus Henricus Elsen de som van 119.800F.

In dezelfde verkoopacte kochten de drie broers van Frans Elsen andere vastgoedbestanddelen van de oude Heerlijkheid Loenhout en Popendonck:

Joannes Adrianus Elsen Gehuwd met Mathilde Adeline Josephine Ranscelot, koopman wonend in de Korte Nieuwstraat te Antwerpen KOCHT:

“Twee hoeven, genaemd de oude en nieuwe Popendoncksche hoeven, bestaende ieder in groote sterke huyzing voor den pagter, stalling, schuer, wagenhuys, hovingen, grond, erven en allen den toebehoorten, met verscheyde parceelen bouw- en hooyland, weyden, hakhout, mastbosch en heyden, het alle gestaen en gelegen binnen de voorschreven gemeente Loenhout ten gehuchte van Popendonck en daer omtrent, volgens het kadastraal plan der gemeente te zamen groot vijf en zeventig hectaren, twee en twintig aren en vijftig centiaren..”

Daarnaast kocht Joannes Adrianus Elsen nog:

  • Heide en ven, aan de oostzijde van de Popendonkse heide, Sectie A n° 462- 463-464-465, samen groot 27 ha 99a 10ca
  • Drie percelen hooiland en hakhout op Terijk onder Wuustwezel, groot in 't geheel 1ha 51a 65ca
  • De helft van een heide in 't Vaalmoer onder Meer, groot 5ha 58aJoannes Adrianus Elsen betaalde voor de twee Popendonkse hoeven en ruim 110ha grond de som van 107.400F

Petrus Joannes Elsen Koopman wonend in de Venusstraat te Antwerpen KOCHT:

"Drie hoeven hebbende ieder sterke huyzing, stallingen, schuer, wagenhuys en bakkeet, hovingen, gronden en allen den toebehoorten met daertoe verscheyde parceelen zoo bouw- als hooyland, weyde, vischvijver, hakhout, mastbosch en heyden, het alle gestaen en gelegen binnen de voornoemde gemeente Loenhout, ter plaetsen genaemd Eesterman, den Drijhoek, Klein Neervenne en daer omtrent, volgens kadastraal plan samen groot 111ha 92a 65ca.."

Naast deze drie hoeven kocht Petrus Joannes Antonius Elsen nog:

  • het onverdeelde derde deel van vier percelen heide en hakhout in het Middelaarsbos, groot in 't geheel 4ha 2a 40ca
  • een perceel heide in "'s Weyngaerd heiveld" onder Wuustwezel, groot 12ha 79a 70ca.

Voor deze drie hoeven en ruim 125 ha grond betaalde Petrus Joannes Antonius Elsen de som van 104.500F.

Carolus Joannes Elsen Koopman wonend in de Venusstraat te Antwerpen KOCHT:

"eenen graenwindmolen met alle des selfs gaende, staende en draeyende werken met daertoe vijf hoeven bestaende ieder uyt goede en sterke huyzing, stallingen, schuer en verdere batimenten, nog twee andere huyzen met schuere, stalling, eene steenbakkerij hebbende logie, magazijn, respectievelijk met hunne hovingen, grond, erven en alle hunne aenhoorig en afhankelijkheden, voorts verscheyde parceelen bouw-en hooyland, weyden, hakhout, mastbosch en heyden, het alle gestaen en gelegen binnen de gemeente Loenhout ter plaetse genaemd Molenakker, het Hegt, Sneppel, Popendonk, het Heyken en het dorp, samen groot 147ha 90a 60ca.."

Verder kocht hij nog een perceel heide en ven op de Popendonkse heide, samen groot 20ha 43ca, en acht percelen heide in Wuustwezel, groot in 't geheel 18ha 47a 15ca.

Voor al deze goederen betaalde Carolus Joannes Elsen de som van 98.300F

Het kasteel, de windmolen, tien hoeven en ruim 480ha grond werd door de vier gebroeders Elsen gekocht voor de gezamelijke som van 430.000F.

De pachter van de molen en bijhorend huis was Cornelius Van Dijck sinds 25 december 1840. De pachters van de verkochte hoeven waren:

  • Joannes Bernardus Speltincx op het Verbrand hof
  • Joannes Driesen op de hoeve 'Het Hecht' (nu Fons Van Dijck)
  • Petrus Vrins op het Sneppel (nu Corneel Bogaerts)
  • Jan Baptist Van Looveren in de Ambachtstraat (nu Louisa Anthonissen, wed. Corneel Van Dijck, en zoon Alfons)
  • Joannes Moerkens in de Katerstraat (nu Gust Leenaerts-Van Dijck)
  • Cornelius Schouw op Popendonk
  • Franciscus Josephus De Meyer op Popendonk
  • Christiaan Speltincx op de oude Popendonkse hoeve
  • De weduwe Wouter Vergouwen op de nieuwe Popendonkse hoeve.

Bij notaris Van Nueten lezen we dat op 12 september 1849 Alexander Mertens, advocaat te Antwerpen, in naam van Franciscus Henricus Elsen, diens goederen in Loenhout voor 10 jaren verhuurd heeft aan Theodoor Elink Schuurman, nl.

“zijn buitengoed genaamd het Loenhouts hof, bestaande uit kasteel, lustgronde, grasperk en hofgrachten en aangelegen buitenhof te Loenhout …”

Verder nog de remise en stal noordwaarts van de woning van de pachter Adriaan Jorissen, met een gedeelte van de werf en toegang tot de bornput, en ten slotte het jachtrecht op alle goederen van de verhuurder te Loenhout. De totale pachtprijs bedroeg 2.860,40F. In het bevolkingsregister 1846-1856 worden als bewoners van het kasteel opgegeven Isidoor Schuurman, geboren te Utrecht en zijn vrouw Elise Baetsman, geboren te Brussel op 4 mei 1822. Zij kwamen te Loenhout aan op 1 maart 1849, voordien woonden zij in Brussel. Samen met hen kwam hun knecht François Allaerts mee naar Loenhout. Hij was 35 jaar oud en afkomstig van Turnhout.