Huis "De Leeuw"

Het huis waar Louisa Van Nueten, weduwe Edmond Van Aken, gewoond heeft werd vroeger "De Leeuw" genoemd. Het is een historisch gebouw waar zich een stukje Loenhoutse geschiedenis heeft afgespeeld. Het perceel waarop het huis staat heeft op de oude figuratieve kaart van Loenhout het nummer 44. De vroegste gegevens vinden we in de leen- en cijnsboeken zoals het leenboek van 1535 (F°114) met aanvullingen tot 1620.

1535

Er worden drie opeenvolgende generaties van de familie Keselmans genoemd als eigenaars van de Leeuw; Cornelis Jan Pauwels Keselmans in 1535, daarna zijn zoon Jan Cornelis Keselmans vanaf 2 maart 1542, dan Cornelis Jan Keselmans vanaf 4 mei 1564.

In ’t cijnsboek van 1566 (F° 2 Art1) vernemen we dat het oostelijk gedeelte van dit perceel, langs de huidige Dijkweg, cijnsgoed was. Op dit gedeelte lag de dorsvloer, het was toen blijkbaar de gewoonte buiten te dorsen. Het huis, de schuur en andere gebouwen stonden op het westelijk gedeelte dat leengoed was. De familie Keselmans bezat naast huis de Leeuw nog een boerderij op Neerven en gronden in Wuustwezel. Op 22 november 1565 hebben Cornelis Jan Keselmans en zijn schoonbroer meester Peter de Cuyper voor de schepenen goederen geruild. Meester de Cuyper deed afstand van zijn deel in de hoeve op Neerven en de gronden in Wuustwezel. In ruil daarvoor werd hij eigenaar van het huis de Leeuw; “Mr de Cuypere sal hebben de stede met huyse, hove ende toebehoorten soo die gestaen ende gelegen is binnen Loenhout in den Huffel daer de leeu uythangt, soo Cornelis Mathijs Vervoort die tegenwoordichlijck in handen heeft, te weten huys ende hoff metten gaersdries..” Peter de Cuyper moest nog 66 ponden groten Brabants opleggen. Cornelis Mathijs Vervoort die toen huis de Leeuw bewoonde, was getrouwd met Catharina Peter Joos dochter, weduwe van Jan Keselmans en moeder van Cornelis Jan Keselmans. Zij had het vruchtgebruik van de helft der nagelaten goederen van haar eerste man. Huis de Leeuw was belast met een jaarlijkse rente van 5 Karolus gulden aan de erfgenamen van ‘Adriaan de molenare’, en 4 veertelen rogge aan de armentafel van Brecht. Cornelis Mathijs Vervoort en zijn vrouw deden afstand van het vruchtgebruik van huis de Leeuw, uitgenomen van het ‘brouwhuys’. Op 4 maart 1567 verkocht Peter de Cuyper dit brouwhuis. De koper moest het afbreken vóór Pasen 1568. In ruil daarvoor mochten Cornelis Mathijs Vervoort en zijn vrouw in het ‘groot huis’ blijven wonen.

1573

Na de dood van zijn vrouw heeft meester Peter de Cuyper op 2 maart 1573 huis de Leeuw verkocht “een huys gestaen tot Loenhout geheeten de Leeuw metten gaersdries daeraen gelegen, leen wesende onder de gravinne van Arenbergh..” Anthonis Van Aerde werd de eigenaar voor de prijs van 120 ponden Brabants. Hij moest het ‘heergewijde’ betalen, dwz een belasting die de nieuwe eigenaar van een leengoed verschuldigd was aan de leenheer. Peter de Cuyper verhuisde naar Hoogstraten waar hij zijn werk als schoolmeester verder zette. Volgens het leenboek werd schout Jan Van Vollenhoven op 12 februari 1578 eigenaar van huis de Leeuw. Hij deed de gebruikelijke eed van trouw aan de leenheer in aanwezigheid van Peter Van Vollenhoven, stadhouder van het leenhof, en van Peter Franssen en Cornelis Ysendonck, leenmannen. Jan Van Vollenhoven stierf in 1592. Hij liet heel wat eigendommen na.

Dimphna van Ardennen, zijn tweede vrouw, werd voor de helft eigenares van huis de Leeuw. Lambrecht en Marie Van Vollenhoven, kinderen uit het eerste huwelijk, bezaten de andere helft. Op 10 maart 1597 heeft Dimphna van Ardennen “de andere helft van dese affgebrande hoffstede mette erve daeraen liggende te leene ontfangen..” Ze was nu volledig eigenares, maar het huis had de woelige oorlogsjaren niet overleefd. Het zou nog vele jaren duren eer het terug werd opgebouwd. In ’t meetboek van 1602 wordt vrouwe van Vollenhoven vermeld als eigenares van de “hofstede genoemt den Leeuw” en van twee huizen in ’t Oud Dorp, het ene werd ‘den hoogen buer’ genoemd, het andere ‘den meulen’. Ze was ook eigenares van de ‘Perhoeve’ gestaan op de hoek van de huidige Weverstraat en Oud Dorpstraat. Bij hofstede de Leeuw wordt geen huis vermeld. In ’t meetboek van 1602 vinden we een aantal hofsteden zonder huis. Hadden er huizen en hoeven gestaan die nog niet heropgebouwd waren na de gruwelijke verwoestingen die de Spaanse legerbenden enkele jaren voordien aangericht hadden? In een schepenakte van 4 november 1602 wordt de hofstede de Leeuw als volgt beschreven; “De affgebrande ofte ledige hoffstede ende erve met hare begrijpe ende toebehoorten, groot een loopensaet, voortijts genaempt de Leeuw..”

Dimphna d' Ardennen, vrouwe Van Vollenhoven, was de tweede vrouw van Jan Van Vollenhoven die schout was in Loenhout van 1565 tot zijn dood in 1592. Zijn eerste vrouw stierf omstreeks 1571. In ’t meetboek van 1602 wordt Vrouwe Van Vollenhoven vermeld als eigenares van de "hofstede genoemt den Leeuw". Zij bezat nog twee huizen in ’t Oud Dorp, het ene werd "den hoogen buer" genoemd, het andere "den meulen". In de inventaris van haar sterfhuis wordt zij 'Heyndrickxen Van Bueren Jansdochter' genoemd. Op 3 december 1610 heeft Dimphna d' Ardennen, samen met haar schoonzoon Cornelis Van Erfrenten, hofstede de Leeuw verkocht; "de hoffstede metten gaersdries genaemt den Leeuw gelegen alhier in de Plaetse, leen wesende onder den heere van Loenhout.." Meester Geert Luyckx deed een bod van 200 gulden en zette als 'hogen' of verdieren "eenen silveren Philipsdaelder". Peter Van Breda verhoogde tot 250 gulden en een zilveren Philipsdaalder verdieren. Uiteindelijk werd Cornelis Antoon Goris [1] als hoogste bieder de nieuwe eigenaar van hofstede de Leeuw. Cornelis Antoon Goris en zijn vrouw Adriana Christiaenssen waren welstellende burgers. In een schepenverklaring van 29 december 1616 wordt de waarde van hun bezittingen geschat op 2.300 gulden. Zij bezaten een huis 'genaemt den Dorent wesende eene herberge..' Zij hadden ook nog verschillende percelen grond op het Molenakker, en de hofstede de Leeuw 'met een nieuwe schuere daerop staende..' In 't cijnsboek van 1622 blijkt dat zij nog eigenaars waren van het huis genaamd 'Antwerpen', dat stond tussen het Schaliënhuis en herberg den Dorent, (nu Far West) en een huis in de Huffel.

1630

De volgende eigenaar van hofstede de Leeuw was Jan Hendrik De Crom. In het "Cohier ende opsomminge van de schouwen, ploegen, ovens.." van 1639 lezen we dat het huis drie schouwen had, een oven, een brouwoven, een ast en een brandewijnoven. Er was dus naast het huis een brouwerij. Jan Van Ham is na Jan De Crom eigenaar geworden van hofstede de Leeuw. Hij was getrouwd met Antonette Van Nieuwenhuysen, geboren op 5 augustus 1604. Haar vader Cornelis Van Nieuwenhuysen was secretaris van Loenhout. Jan Van Ham stierf op 25 juli 1657. Een jaar later verkocht de weduwe het huis en brouwerij de Leeuw aan Jan Gabriëls.

Op 7 december 1658 verkocht Antonette Van Nieuwenhuyzen, weduwe Jan Van Ham, samen met de voogden van haar minderjarige kinderen hofstede de Leeuw; "eenen woonhuyse genaemd den Leeuw mette schuere, brouwhuyse, brouwerije ende gereetschap ofte toebehoorten ende gronde daeraen, gelijck die van oude tijden tot den huyse den Leeuw behoord heeft..". Jan Gabriëls en zijn vrouw Cornelia Theuns werden voor de som van 1900 gulden de nieuwe eigenaars van huis en brouwerij de Leeuw. In het "Cohier van de huysplacken ende van de huysingen.." van circa 1660 lezen we; "Jan Gabriëlen.. den Leeuw, de huysplack, gaersdries ende hoff.. 60 roeden" Hiervoor betaalde hij als belasting 1 gulden 5 stuivers en 2 oordjes. Voor het huis betaalde hij 1 gulden en 5 stuivers, voor de schuur 15 stuivers en voor het brouwhuis 10 stuivers. Jan Gabriëls was pachter op de nederhoeve of kasteelhoeve. Hij geraakte zwaar in de schulden omdat hij jaren achter was met de betaling van het pachtgeld. Hij moest het huis en de brouwerij onder hypotheek stellen. Op 14 juli 1662 heeft hij voor 1500 gulden zijn eigendom 'bij forme van beleeningh ofte pantschap' overgedragen aan Jan Marcelli, schout en rentmeester die optrad in naam van de kasteelvrouw Catharina Leonora Perez de Baron. Jan Gabriëls mocht het huis en de brouwerij nog gebruiken gedurende een termijn van drie jaren, beginnend op 15 maart 1663. Cornelia Theuns stierf op 29 maart 1667 en Jan Gabriëls op 11 oktober 1669. Jaren later, op 6 november 1684, hebben hun zoon en schoonzoon voor de schepenen verklaard dat alle roerende en onroerende goederen van Jan Gabriëls verkocht werden om de achterstallige pacht te betalen. Volgens zijn zoon was hij 'insolvent' overleden.

Catharina Leonora Perez de Baron, vrouw van Loenhout en Popendonk, was nu de eigenares van huis en brouwerij de Leeuw, die zij vanaf 15 maart 1666 voor 54 gulden per jaar verhuurde aan Cornelis Van Aerde. Op 5 maart 1670 heeft de rentmeester Jan Marcelli het huis en de brouwerij verhuurd aan Michiel Cornelis Van Elsacker voor de som van 65 gulden. In het pachtcontract staat dat de huurder een deel van het huis, de schuur en de brouwerij mocht verhuren "om gebruyckt te worden ende alsoo sijn proffijt daermede te doen.."

Catharina Leonora Perez de Baron stierf te Luik op 17 november 1672. Zij werd als vrouw van Loenhout en Popendonk opgevolgd door Louisa Adriana de Perez die al haar goederen erfde. Zij stierf twee jaar later. Vanaf 1675 werd de markies van Melin de nieuwe heer van Loenhout. Als erfgenaam van Louisa Adriana de Perez werd hij de nieuwe eigenaar van huis en brouwerij de Leeuw. Eind 1675 heeft Marcellus Marcelli die zijn vader opgevolgd was als schout en rentmeester, het pachtcontract met Michiel Cornelis Van Elsacker voor zes jaren verlengd. Vanaf 15 maart 1676 moest hij 80 gulden huur betalen. Ook in dit contract staat dat hij een deel van 't huis, de schuur en de brouwerij aan iemand anders verder mocht verhuren. Bovendien moest hij de inboedel van de brouwerij goed onderhouden "alle die cuypen, ketels, backen ende heel het brouwersgetuyg.." Het feit dat hij een deel van het huis mocht verhuren wijst erop dat het geen klein huis was. Op 14 juli 1681 verklaarden de schepenen, op verzoek van de markies van Melin, heer van Loenhout, dat hij als universeel erfgenaam van Louisa Adriana de Perez in eigendom had "eenen woonhuyse, brouwhuyse, brouwerije daerin, schuer, hove ende driessche daeraan genaemt den Leeuw.." Enkele jaren later kwam de weduwe van Jan Marcelli in het bezit van de Leeuw. In 1686 werd het huis en de andere gebouwen door de schepenen geschat op een waarde van 1500 gulden. Er is dan geen sprake meer van een brouwerij. Gudula Coenen, weduwe Marcelli, stierf in 1691. De kinderen verkochten het huis de Leeuw aan secretaris Van Elsacker.

1700

Marcellus Marcelli volgde zijn vader op als schout en rentmeester. In 1681 trouwde hij met Catharina Van Elsacker. Er werden vier kinderen geboren; Anna Catharina, Stefanus, Elisabeth en Jan Baptist. Catharina Van Elsacker overleed op 13 september 1689. Marcellus Marcelli heeft op 10 april 1700, samen met zijn drie zusters, huis de Leeuw verkocht aan Jan Frans Van Elsacker. Marcellus Marcelli stierf een jaar later en werd als schout opgevolgd door Joannes Paulus De Cort.

Jan Frans Van Elsacker, nieuwe eigenaar van huis de Leeuw, werd geboren op 24 juni 1652 als zoon van secretaris Peter Van Elsacker en Joanna Van Duysel. In 1676 volgde hij zijn vader op als secretaris. Hij heeft zelf nooit in huis de Leeuw gewoond, maar verhuurde het aan Jaspar Anthonissen en Anna Wiricx. Jan Frans Van Elsacker stierf in 1718. Hij was niet getrouwd en liet bij testament al zijn bezittingen na aan zijn twee ongehuwde zusters Marianne en Elisabeth Van Elsacker. Na de dood van Jaspar Anthonissen op 23 mei 1722 werd Jan Roelen Bertrams de nieuwe bewoner van huis de Leeuw. Hij heeft er zes jaar gewoond. Marianne Van Elsacker stierf in 1728. Haar zuster Elisabeth was nu de enige eigenares van huis de Leeuw. Op 18 januari 1731 liet zij voor notaris Jan Baptist Bervoets te Antwerpen haar testament opmaken. Zij droeg al haar bezittingen (en haar schulden) over aan de vier kinderen van haar overleden zuster Catharina Van Elsacker en Marcellus Marcelli. Zo kwam huis de Leeuw terug in ’t bezit van de familie Marcelli.

Vanaf 1730 werd jonker Carolus Franciscus Hunaeus de Landegem de bewoner van huis de Leeuw. Over zijn afkomst is weinig geweten. Hij was belastingontvanger. Na zijn eerste ambtstermijn moest de dorpsoverheid een nieuwe ontvanger aanwerven. Dat gebeurde door een publieke aanbesteding. Op 6 oktober 1737 hebben Joannes Walckiers, heer van Loenhout, schout Van Craesbeeck de Sittaert, schepenen en gezworenen, na verschillende advertenties geplaatst te hebben in de Antwerpse Gazette, Carolus Van Landegem aangesteld als ontvanger. Hij was de enige kandidaat die zich aangeboden had. Voor de som van 600 gulden nam hij opnieuw het ontvangerschap op zich, voor een termijn van negen jaren, beginnend op 1 januari 1738. Als belastingontvanger was hij verplicht om gedurende zijn ambtstermijn in Loenhout te wonen. Hij moest de belastingen innen en binnen de vastgestelde termijn betalen in Antwerpen "ten comptoire des heeren rentmeester generael der Staeten van Brabant.." Ook het betalen van de interesten op de dorpsschulden behoorde tot zijn taak. Hij moest driemaal per week zitdag houden; op maandag, woensdag en zaterdag, "niet verre van de kercke alhier.." Het is dus mogelijk dat huis de Leeuw toen gediend heeft als belastingskantoor. Jonker Carolus Van Landegem woonde tot eind 1740 in huis de Leeuw. Op 4 juni 1743 trouwde hij in de kapel van de pastorie van Oostmalle met Elisabeth Clara Van Elsacker. Hij stierf op 11 januari 1748. In 't overlijdensregister van de parochie schreef pastoor De Munck; "11 januarii 1748 obiit prenobilis D. Carolus Hunaeus de Landegem.. sepultus est in choro.." Hij werd in de kerk op 't hoogkoor begraven. Zijn vrouw heeft daarna nog verschillende jaren zijn taak als ontvanger verder gezet. Zij stierf in 1756 en werd naast haar man op 't hoogkoor begraven. Vanaf 1741 werd Elisabeth Van Geel, weduwe Peter De Bie, de bewoonster van huis de Leeuw. Zij werd in 1664 geboren als dochter van molenaar Adam Van Geel. In 1689 trouwde zij met Peter De Bie. Zij woonden op 't Neerven. Na de dood van haar man in 1718 bleef ze nog verschillende jaren op 't Neerven tot ze naar 't Oud Dorp trok. Zij stierf in 1745. Schout Van Craesbeeck de Sittaert werd nu de bewoner van huis de Leeuw. Hij is er gebleven tot eind 1753 en werd opgevolgd door Norbert Van Aken en Barbara Goossens. Bij de volkstelling in 1755 wordt als zijn beroep opgegeven; timmerman en winkelier. Ze zijn niet lang in huis de Leeuw gebleven. In 1758 waren er weer andere bewoners, nl. Jan Vroman en Regina de la Housse. Jan Vroman was beenhouwer en veekoopman van beroep.

1758

In het bedeboek of belastingsboek van 1758 lezen we dat Jan Vroman 9 stuivers en 3 oordjes belasting betaalde voor "de huysinge van jufrouw Marcelli genaemt den Leeuw.." Hij woonde er dus als huurder. Op 13 maart 1766 werd hij eigenaar. De verkopers waren Elisabeth Marcelli, ongehuwd, wonend in Loenhout. Zij trad ook op in naam van haar zusters Jacoba Catharina en Maria Cornelia Marcelli, wonend in Amsterdam. Zij waren de drie enige kinderen en erfgenamen van Stefanus Marcelli en Theresia Magdalena Geoffrey. Zij verkochten aan Jan Vroman en Joanna Regina de la Housse "eene huysinge met schuere, stallinge ende edifitien met den hoff… gelegen alhier in het dorp comende daeraen oost de straete, suyt de straete ende de groote dreve naer 't hoff.." Er stond een hypotheek op van 2000 gulden wisselgeld. In de belastingboeken van de daarop volgende jaren wordt Jan Vroman steeds vermeld als de gebruiker van het huis. Hij stierf op 22 november 1771. In 't meetboek van 1783 lezen we bij het perceel n° 44: "De weduwe en kinderen Jan Vroman… hoffstede genaemt den Leeuw…" Op 30 maart 1785 veranderde huis de Leeuw opnieuw van eigenaar. Regina de la Housse en haar twee kinderen Adriaan Vroman en Theresia Elisabeth Vroman met haar man Peter De Meester verkochten het aan schout Dominicus Mutsaerts en Anna Cornelia Vorsselmans; "eenen woonhuyse met schuere, stallinge, hove… gronden ende toebehoorten groot wat minder dan een gemet genaemt den Leeuw.." Aan de oostkant van het huis lag de 'Koeystraet', nu Dijkweg.

1785

Dominicus Mutsaerts werd geboren in Meerhout op 9 februari 1751. Hij was de zoon van Norbert Mutsaerts en Maria Van de Weyer. Op 17 februari 1783 trouwde hij te Wuustwezel met Anna Cornelia Vorsselmans, geboren in Wuustwezel op 15 september 1753. Haar ouders waren meester Henricus Vorsselmans en Catharina Van Beeck. Dominicus Mutsaerts was schout van Loenhout van 1778 tot 1795 toen de oude heerlijkheden door de Franse bezetters afgeschaft werden. Hij was dus de laatste schout. Als 1786 het bouwjaar is van het huis dat er nu staat dan is het schout Mutsaerts geweest die het kort na de aankoop liet bouwen. Na zijn ontslag als schout is hij nog vele jaren rentmeester geweest van 't kasteel. In 't bevolkingsregister van 1806 worden voor het huis n° 24 in ’t Oud Dorp de volgende bewoners opgegeven; Dominicus Mutsaerts, 55 jaar, zijn vrouw Anna Cornelia Vorsselmans 50 jaar, Maria Francisca Mutsaerts, zuster van Dominicus 64 jaar, twee meiden en een knecht, nl. Elisabeth Schrauwen 50 jaar, Catharina Van Staeyen 24 jaar, en Jan De Beuckelaer 40 jaar. De leeftijd werd in die tijd niet altijd exact weergegeven.

Maria Francisca Mutsaerts stierf op 3 februari 1808. Zij was begijn. Anna Cornelia Vorsselmans overleed op 12 april 1810. Na de dood van zijn vrouw is Dominicus Mutsaerts uit Loenhout weggetrokken. In 't bevolkingsregister van 1812 komt zijn naam nog voor, maar in 1813 was de 70-jarige Arnoldus Van de Pluym de nieuwe bewoner van huis de Leeuw. Hij was chirurgijn van beroep. Hij woonde er met de 23-jarige Anna Cornelia Verbunt die eerst zijn meid genoemd wordt en enkele jaren later zijn vrouw. Zij zijn naar Ekeren vertrokken in 1818. Daar Dominicus Mutsaerts en Anna Cornelia Vorsselmans geen kinderen hadden werd E.H. Jan Frans Vorsselmans, enige broer van Anna Cornelia, op 27 september 1817 de nieuwe eigenaar van huis de Leeuw. Pastoor Guido Rosa heeft er dan nog gewoond voor hij in april 1822 naar de pastorie trok. In 't belastingboek van 1821 staat bij het huis n° 24 van 't Oud Dorp; "pastoor Rosa néant" (= niets) Hij was dus belastingvrij. In 1823 kreeg het huis de Leeuw weer een andere eigenaar.

1823

Op 18 november 1823 verkocht E.H. Jan Frans Vorsselmans huis de Leeuw voor de prijs van 1400 Nederlandse gulden aan Joannes Baptista Jacques, landmeter te Brecht; "sekere schoon huyzinge met stallinge, hof en toebehoorten van dien, gestaen en gelegen binnen Loenhout genaemd den Leeuw.."(not. Keysers Brecht) Joannes Baptista Jacques (°1799) trouwde te Brecht op 26 november 1822 met Anna Begga Van Bavel. Zij werd daar geboren op 7 december 1799, dochter van Wouter Van Bavel en Joanna Beatrix Lemmens. Hun oudste dochter Carolina werd op 18 september 1823 in Brecht geboren. In 1824 verhuisde het gezin naar huis de Leeuw in 't Oud Dorp. Hun tweede dochter Albertina werd er geboren op 24 december 1824. Joannes Baptista Jacques stierf reeds op 3 november 1825. Hij werd geboren in Petit Rosière, arrondissement Nijvel, op 21 Thermidor jaar 7 van de Franse republiek. (=8-8-1799) Hij was de zoon van Christophe Jacques en Marie Josephine Delvigne. De aangifte van zijn overlijden op het gemeentehuis werd gedaan door Joannes Baptista Delvigne en Joannes Antonius Theuns, de latere notaris van Oostmalle. Anna Begga Van Bavel is na de dood van haar man nog enkele jaren in Loenhout gebleven. In 't bevolkingsregister van 1830 komt haar naam nog voor. In 1832 betaalde zij 3,62 fr belasting, als haar beroep wordt opgegeven; winkelierster en tabakkerfster. In datzelfde jaar verhuisde zij naar Brecht waar zij overleed op 31 maart 1834. Daarna kwam Frans Van Beeck met zijn gezin naar huis de Leeuw. Hij was controleur der douanen. Hij was afkomstig van Wuustwezel waar hij geboren werd op 8 februari 1794, zoon van Frans Herman Van Beeck en Cornelia Peeters. Zijn broer Carolus Van Beeck was notaris in Essen. Hij was getrouwd met Adriana Maria Kuyl, geboren in Etten op 22 april 1791 als dochter van Dirk Kuyl en Anna Maria Frijters. In 't bevolkingsregister van 1846 worden zij vermeld met hun zes kinderen. In 1852 kocht notaris Frans Egidius Van Nueten huis de Leeuw, hij werd de volgende bewoner. Op 7 maart 1853 liet Frans Van Beeck de inboedel verkopen en vertrok met zijn gezin.

1853

Op 3 oktober 1852 kocht notaris Van Nueten huis de Leeuw. De verkoopakte werd verleden voor notaris Jan Frans Keysers te Brecht. De verkopers waren Catharina Carolina Jacques, zonder beroep, wonend in Brecht, en haar zuster Maria Albertina Jacques. Zij was ‘winkeldogter’ en woonde in Borgerhout. Zij waren de twee enige kinderen en erfgenamen van Joannes Baptista Jacques en Anna Begga Van Bavel. Zij verkochten aan Franciscus Egidius Van Nueten, notaris te Loenhout "een huys met stalling, grond, hof en aenhoorigheden gestaen en gelegen tot Loenhout in het Dorp wijk E n°528-529-530, groot 23 aren 50 ca.." (not. Keysers 1852 n°76) Het huis was onmiddellijk beschikbaar. De huidige Dijkweg werd toen nog Koeystraat genoemd.

Frans Egidius Van Nueten werd in Loenhout geboren op 10 oktober 1812. Zijn vader was Jan Frans Van Nueten, afkomstig van Kasterlee, die zijn notarispraktijk begonnen was in Wuustwezel. In 1806 vestigde hij zich als notaris in Loenhout. Op 8 november 1810 trouwde hij met Anna Cornelia Geerts (°13-7-1782) enige dochter van Jan Geerts en Anna Janssen Attoya. Het huis van de familie Geerts stond in 't Oud Dorp waar Henriette Van Nueten vroeger nog woonde. Daar hebben notaris Jan Frans Van Nueten en Anna Cornelia Geerts na hun huwelijk gewoond. Zij hadden drie kinderen; Anna Maria (°1811) Frans Egidius (°1812) en Cornelius Jozef (°1813) Notaris Jan Frans Van Nueten was burgemeester van 1836 tot zijn dood in 1839. Hij werd als notaris opgevolgd door zijn zoon Frans Egidius. Deze trouwde op 2 augustus 1848 met Maria Theresia Meeusen, geboren op 13 juni 1825 in de Ambachtstraat waar haar ouders Corneel Meeusen en Petronella Snepvangers toen woonden. In de lente van 1853 trok notaris Frans Egidius Van Nueten met zijn gezin naar huis de Leeuw. In 't bevolkingsregister van 1856 worden er naast de ouders vier kinderen opgegeven; Elisa 8 jaar, Emiel 4 jaar, Frans 3 jaar en Leopold 1 jaar. De 40-jarige Cornelia Versmissen woonde er als meid. Na 1856 werden nog geboren; Anna Maria (°1857) Jozef (°1858) Catharina Louisa (°1860) en Edmond (°1866) Frans Egidius Van Nueten, notaris en burgemeester, overleed op 29 januari 1876. Hij werd als notaris opgevolgd door zijn zoon Emiel (°1852).

Maria Theresia Meeusen is in 't Oud Dorp blijven wonen tot haar dood in 1905, samen met haar ongehuwde dochter Louisa en haar jongste zoon Edmond. Deze laatste trouwde op 27 oktober 1903 met Joanna Maria Van Dijck. Zij werden de nieuwe bewoners en eigenaars van het huis in 't Oud Dorp. De naam de Leeuw komt nu niet meer voor in de akten.

1905

Joanna Maria Van Dijck, vrouw van Edmond Van Nueten, werd geboren op 20 oktober 1873. Zij was de dochter van molenaar Felix Van Dijck en Theresia Bartholomeeusen die in 'de Kievit' woonden. Er werden in dit gezin drie kinderen geboren; Gabriella (°1905) Felix (°1907 + 1908) en Louisa (°1909).

Maria Theresia Meeusen, weduwe Frans Egidius Van Nueten, overleed op 16 mei 1905 in de ouderdom van 80 jaar. De kinderen hebben op 27 september 1905 voor notaris Boury te Oostmalle de nalatenschap van hun ouders verdeeld. Ze waren met zeven:

  1. Anna Elisa X Jacobus Speltincx, wonend in Loenhout
  2. Emiel, notaris te Loenhout, X Maria Floren
  3. Frans X Anna Maria Van Aerde, winkelier te Loenhout
  4. Anna Maria X Jules Warmoes, officier van militie te Turnhout
  5. Jozef X Maria Theresia Van Hooydonck, gemeentesecretaris te Loenhout
  6. Louisa Catharina X Victor Van Dijck, wonend in Loenhout
  7. Edmond, kandidaat notaris, X Joanna Van Dijck

Hun ongehuwde broer Leopold (°1855) was in 1899 overleden.

Kavel 7, het huis de Leeuw in ’t Oud Dorp, ging naar Edmond Van Nueten en Joanna Van Dijck; "eene meesterwoning met verdere gebouwen en hof, gestaan en gelegen in het Dorp Sectie E n°528a en 529a.. groot 51 aren 55 ca.."

Gabriella Van Nueten, dochter van Edmond en Joanna Van Dijck, trad in bij de zusters van 't H. Hart Van Maria te 's Gravenwezel. Haar kloosternaam was zuster Mechtildis. Zij overleed in 's Gravenwezel op 18 december 1945. Louisa Van Nueten, jongste dochter van Edmond en Joanna Van Dijck, trouwde op 1 augustus 1939 met Edmond Van Aken (°27-4-1914) Hij was de zoon van Adriaan Van Aken en Maria Catharina Van Ostaeyen. Edmond Van Aken en Louisa Van Nueten zijn na hun huwelijk ingetrokken bij de ouders van Louisa, waar Edmond en Louisa een mooi gezin uitbouwde met zes kinderen:

  1. Marie-Cecile
  2. Gabriëlla
  3. Paul
  4. Guy
  5. Monique
  6. Walter

Dit gezin was tot vandaag de laatsten in de lange rij bewoners en eigenaars van dit historische gebouw in 't Oud Dorp.

Edmond Van Nueten overleed op 23 november 1948 in de ouderdom van 82 jaar. Zijn vrouw Joanna Van Diick was 92 jaar toen zij op 12 december 1965 stierf.

Edmond Van Aken is, evenals zijn vader Adriaan, vele jaren onderwijzer en hoofdonderwijzer geweest in de jongensschool van Loenhout. Hij stierf op 16 augustus 1979 in de ouderdom van 65 jaar. Zijn echtgenote Louisa Van Nueten bereikte de leeftijd van 99 jaar, zij overleed op 26 juli 2008.

Voetnoten

[1] Cornelis Antoon Goris heette voluit Cornelis Antoon Goris Conincx. Hij verschijnt in de volgende schepenbrieven:

Loenhout R 146, f. 159, 26-03-1614

Margriete Michiel van Elsacker x Jan Peeter Christiaens xx Laureijs Cornelis Reijns – Marie Jan Peeter Christiaens x Henrick Mertens Thijssen. Jan Michielsen van den Elsacker voor Jenneken Jan Peeter Christiaens x Jaques Rubbens, Antwerpen; verkochten aan Cornelis Anthonis Goris Sconincx x Adriaene Jan Peeter Christiaens het huis met de aanpalende goederen in Huffel.

Loenhout R 146, f. 27, 06-05-1614

Marten Aerts, pastoor in Loenhout, met Claes van Dale verkocht aan Cornelis Anthonis Goris x Adriana Jan Christiaens een stede aan de kerk en die hij zelf gekocht had van erfgenamen Henrick Peeter Mertens.

Loenhout R 146, f. 27v, 06-05-1614

Op verzoek van Cornelis Anthonis Goris zonen certificeren schepenen dat Magriete Dielis Haest, ca 80 jaar x +Willem Christiaens xx Anthonis Goris, Anthonis Sibs Huijbrechts, ca 74 jaar en Dielis Willem Christiaens, ca 50 jaar, getuigen over het huis “Antwerpen”.

Loenhout R 146, f. 56v, 17-03-1615

Anneken Keermans x +Jacques Haest geassisteerd met Dijrcken Gielens, Antwerpen, en Joris Jacques de Haest enerzijds, en Anthonis Goris Conincx xx Margriete Dielis de Haest (x +Willem Christiaens, die voogd is geweest van Jacques de Haest) hebben akkoord gesloten nopens goederen en renten, ondermeer nagelaten door +Cornelis Dielis Haest (schepenbrief Antwerpen 22-06-1571).

Loenhout R 146, f. 108v, 29-12-1616

certificatie voor Cornelis Anthonis Goris x Adriana Janssen, heeft herberg “den dorent” in Loenhout (Huffel), oost: het huis “Antwerpen”, zuid en west: “het schaliënhuis” van Jan en Michiel Michielssen van Elsacker, heeft hofstede “de len”, land op “molenacker” gekomen van Jan Laureijs Nouts, land gekomen van Lenaert van Houtele, de goederen samen meer dan 2300 Kgld waard.

We komen hem ook tegen in deze notarisakte van Lauerys van der Buijten staat het volgende vermeld:

23-05-1630

Goris Conincx, schout te Stabroek verkoopt Merten Lambrechts, meulder tot Wuustwezel, half huis “den Doren” daaruit tegenwoordig hangende “Sint Sebastiaen” in den Huffel nevens huis genaamd “Antwerpen”.