Atlas der Buurtwegen, 1841

De Hesschothoeve

In het cijnsboek van 1622 wordt jonker Jan de Herde genoemd als eigenaar van

"eene hoeve met huysinge, land ende toebehoorten genaemt 't Hesschot, gestaen ende gelegen ter Beeke."

De familie de Herde was toen reeds lang eigenaar van deze hoeve. In een schepenverslag van 24 maart 1561 lezen we dat een zekere jonker de Herde een schuld aanging en zijn eigendom 't Hesschot op Terbeek als onderpand stelde.

De gebouwen van de Hesschothoeve stonden op het perceel nummer 2111 van de figuratieve kaart. (nu Terbeekseweg 66) Op 8 april 1688 hebben Mathijs Jan Ooms en zijn schoonbroer Peeter Corneliszoon Van Tichelt samen deze hoeve gekocht. Het was een grote boerderij met 42 bunders land (=56 ha) De gronden van de Hesschothoeve waren leengoederen onder de jurisdictie van het leenhof van de heerlijkheid Loenhout en het leenhof Van Tichelt. Daarom waren de leden van deze twee leenhoven aanwezig bij de verkoop. De hoeve wordt in de verkoopakte als volgt beschreven; "eene hoeve met huysinge, schuere, cooye, backhuys, hovinge, driessche, bogaerde, landerijen, beemden, weyden, heyden genaemt 't Hesschot." In het meetboek van circa 1690 wordt Mathijs Jan Ooms vermeld als de eigenaar van de 'hofstede' op het perceel n°2111. De omliggende percelen stonden op naam van Peeter Cornelis Van Tichelt en Mathijs Jan Ooms. Honderd jaar later waren hun nazaten nog steeds eigenaars van de Hesschothoeve zoals blijkt in het meetboek van 1783. Daarin vinden we de namen van Michiel Reinier Ooms en de weduwe Jan Aernout Van Tichelt als de eigenaars.