De bezettingsjaren (1940-44)
Meermaals werd onze gemeente door Duitse soldaten bezet. Deze troepen zochten onderkomen in scholen, zalen en particuliere huizen en later in opgetrokken barakken.
Ten einde de kerkelijke diensten te laten doorgaan werd zo haast mogelijk gebruik gemaakt van de parochiezaal, die hoogstens 200 personen kon bevatten. Dit kon tijdens de winter zo niet voortgaan en de kerkraad besloot de kruisbeuk van de kerk als noodkerk in te richten.
Vanaf Kerstmis 1940 konden nu de kerkelijke diensten in de noodkerk plaats hebben.
Gedurende de lange oorlogsbezetting van juni 1940 tot augustus 1944 mag men zeggen dat onze gemeente, behalve ontberingen van allerlei aard en zeer moeilijke levensomstandigheden in verhouding weinig oorlogsrampen kende.
Op 3 juli 1942 vond een meisje van Loenhout de dood te Hasselt, ten gevolgen van een luchtbombardement.
Een vijftal jongelingen werden gevangen genomen voor verplichte werkdienst in Duitsland. Deze zijn allen behouden weergekeerd.
Een paar politieke gevangenen werden naar Duitsland gevoerd, waarvan vader Jochems in het folterkamp van Dora is overleden op 6 november 1944. Een voorbeeld van offervaardigheid. Liever sterven dan verraden.
Vanaf 4 september 1944 toen de geallieerden de stad Antwerpen veroverd hadden, kwamen de Duitse strijdkrachten wederom onze gemeenten bezetten. Dag en nacht kwamen zwermen vliegtuigen de Duitse lagers bestormen. Bommen van de artillerie kwamen tot in Loenhout, en doodden vele dieren in de weiden. Afweergeschut werd hier geplaatst en dit verhoogde nog de zenuwachtigheid van de bevolking.
Op 20 en 21 oktober nadert het Engels leger en bevocht door middel van vliegtuigen, artillerie en tanks de bevrijding van onze gemeente. De avond van 21 oktober zag onze gemeente er waarlijk erbarmelijk uit.
Tot overmaat van ongeluk werd op 22 oktober bevel gegeven aan de bevolking te evacueren. Op 29 oktober mochten de inwoners terug komen, maar vonden meestal bij hun thuiskomst leeggeplunderde woningen.
Tijdens deze strijd vonden vijf mensen de dood. 17 huizen werden totaal vernield en zeer veel beschadigd. Een groot aantal stuks vee werden in de weiden gedood of gekwetst en 43 schuren of stallen waren uitgebrand.