1729-1734 Filip Jacob Van der Laen

Philippe Jacques van der Laen was geboren te Lede als zoon van Jacques van der Laen (°Berlare, 13 september 1631, gedoopt 16 september8), getrouwd te Wichelen op 19 mei 1654 met Anna Margaretha Arents, kleinzoon van Abraham van der Laen getrouwd op 3 juni 1612 te Berlare met Catherine Pyl.

Op 29 augustus 1736 werd Philippe Jacques van der Laen, Heer van Bisecq, toen wonende te Brussel bevestigd in de adelstand en kreeg hij de titel van ridder met retroactiviteit tot 28 oktober 1716.

Hij voerde een wapen gelijklopende met het geslacht van der Laen van Mechelen, doch met afwijkende kleuren. Rietstap geeft als wapen voor van der Laen (Mechelen):

d'azur au chevron d'argent acc de trois barillets couchés du même cerclés d'or Cimier un barillet de l'écu devant un vol banneret d'azur

...dus blauw met keper van zilver met drie liggende vaten/tonnen van zilver en voor Van der Laen de Bisque (sic):

de sinople au chevron d'or acc de trois barillets couchés du même cerclés d'argent Casque couronné Cimier un barillet de l'écu entre un vol de sinople et d'or Lambrequin d'or et de sinople

...dus groen met een keper van goud met drie liggende vaten/tonnen van goud.

Bron: Rietstap

Van der Laen woonde in het Hotel de Melin te Brussel, waar ook Madeleine de Gamarra y Contreras, douairière1 (weduwe) van Philiberto de Sotomayor, heer van Loenhout, verbleef. Tijdens haar leven trad Philippe Jacques van der Laen al op als gevolmachtigde van de Markiezin van Melin.

Philippe Jacques van der Laen trouwde op 28 september 1716 te Brussel met Jeanne Françoise van Aerdenbodeghem (°Antwerpen, 20 november 1680 - +11 augustus 17585). Zij was de dochter van Norbertus Christoffel van Aerdenbodeghem, gedoopt te Antwerpen in de St. Jacobskerk op 9 januari 1647, begraven in dezelfde kerk, advocaat, getrouwd te Antwerpen op 17 december 1617 met Marie Zeghers6, en de kleindochter van David van Aerdenbodeghem en van Marie Hustin.

Ridder van der Laen werd op 8 mei 1717 begunstigde van de goederen van de weduwe Madeleine de Gammara y Contreras "pour ses bons et loyaux services", voor zijn goede en trouwe diensten dus. In deze overgang waren heel wat feodale goederen begrepen, wat problemen zou opleveren, daar dit niet was geschied met goedkeuring van de vorst2. Er waren zelfs goederen in Nederland3.

Door toedoen van zijn “weldoenster” de Markiezin van Melin kreeg Philippe Jacques van der Laen dus heel wat bezittingen, werd hij Heer van Loenhout, Heer van het Markizaat van Melin doch geen Markies van Melin zoals soms verkeerdelijk wordt aangegeven. Petrus Herry en zijn dochter Bernardine Louise woonden nog op het kasteel toen in 1729 van der Laen eiste dat ze het kasteel zouden verlaten.

De verkoopsacte, gedateerd op 20 mei 1729 (transcriptie, origineel), bevindt zich in het Rijksarchief, bij de schepenregisters van Wuustwezel.

Petrus Herry, die op het ogenblik van de verkoop niet over de nodige geldmiddelen beschikte, lukte kort nadien erin om 34.600 gulden kapitaal te bekomen van Jan Jozef Walckiers, stammend uit een bankiersfamilie uit Brussel. Namens zijn minderjarige dochter Bernardine Louise liet hij zijn rechten op de heerlijkheden gelden. Zodra hij het gelijk aan zijn kant kreeg, kwam hij tot de vaststelling dat hij niet genoeg inkomsten had om de intresten te betalen. Daarom verkocht hij in 1734 de heerlijkheden voor 50.075 gulden aan Jan Jozef Walckiers, heer van Oostwinkel. De afrekening van de verkoop sleepte lang aan en leidde nogmaals tot een langdurig proces.

Ridder Philippe Jacques van der Laen had twee dochters.

  1. De ene dochter, Marie Madeleine Joséphine van der Laen, Vrouwe van het Markizaat van Melin, van Bisecq, Cobertange, Schrimplée, Sars à Couventen, Diesenpont huwt Gérard François Xavier Baron de Herckenrode, Heer van ten Dael, van de Baronnie van Roost, Erfachtige Voogt van Raetshoven (°1717). Het alfabetisch register van de 17de en 18de eeuwse stadsbestuurders van Leuven van Peter Crombecq van november 2008, p. 124 omschrijft hem als:
    "Gerardus Franciscus Xaverius de Herckenrode, joncker, baron (bron klapper PR), heer van Raetshoven en Ten Daele, licentiaat in de beide rechten, uit het geslacht van den Calstre7, fs Carolus Alexander Michael en Marie Isabelle Hugo, bapt. 24 maart 1717 te St Pieter Leuven x Maria Magdalena Vanderlaen, begr. 1 juni 1793 te St Pieter Leuven. Schepen van Leuven van 6 mei 1756 tot 12 mei 1758, van 12 mei 1758 tot 13 oktober 1767, van 13 oktober 1767 tot 27 december 1773, van 27 december 1773 tot 7 mei 1793. Raadslid uit de Geslachten van 23 september 1750 tot 6 mei 1756, Peysheer."
    Er waren geen kinderen. De goederen gaan over naar de zus van der Laen.
  2. De tweede dochter, Isabelle Norbertine Alexina Josephina van der Laen, gedoopt in de St. Goedelekerk te Brussel op 17 juli 1725 en overleden te Brussel op 11 augustus 1796, trouwde op 11 juli 1750 met Jean Jérôme Ange de Limpens, advocaat van de Soevereine Raad van Brabant, Raadsheer-Pensionnaris van de State van Limburg en Luxemburg. Zij hadden wel kinderen: een dochter Jeanne Marie Norbertine de Limpens die de Heerlijkheid van Melin erfde en huwde met een graaf de Robiano. De familie Robiano bleef Heer van Melin tot het afschaffen van het feodale stelsel door de Franse Revolutie. Maar geen spoor in deze filiatie van de overgang van Loenhout.

De dochters van Philippe Jacques van der Laen werden dus geen Vrouwe van Loenhout.

Ridder van der Laen voerde heel wat processen. Zo beschuldigde hij in 1732 Bernard Herry van het uitkappen van bomen.

Philippe Jacques van der Laen stierf te Brussel op 6 december 1739 in de St. Goedeleparochie.

Voetnoten
1. Houdster van een douaire, een adellijk weduwegoed.
2. « Letrre de la chambre des comptes, du 29 avril 1723, transmettant au greffier de la cour féodale le rapport, fait au bureau de cette chambre, au sujet du testament de la marquise de Melin en faveur de N. van der Laenen" en "fol 27 « la marquise de Melin, avait testé sans octroi du souverain » Bron: Inventaris van de archieven van het Feodaal Hof van Brabant, t II, p. 93 en 94, éd 1884, L. Galesloot.
3. 8 mei 1717 : Uittreksel van de akte van donatie inter vivos voor notaris Jean Pilloy te Brussel gepasseerd waarbij Maria Magdalena Adriana de Gamarra y Contreras, gravin van Palomar en Alcanzas, markiezin van Melin, transporteert als gift aan Philip Jacobus van der Laen, ridder, heer van Hoffstad, Schoenland, Bisecq enz. de tienden van Moergestel (noot in Ndl) wegens de zeer lange, goede en getrouwe diensten aan haar bewezen. Raad van Brabant 1343 folio 280 verso" Archieven Tiende Moergestel, arch. fam. de la Torre, Archieven.nl.
5. Haar overlijdensbericht door haar twee schoonzonen is bewaard in de Kon. Bibliotheek te Brussel: "Messieurs De Herckenrode et de Limpens et les Dames leurs Epouses font annoncer la Mort de Dame Joanne Françoise Joséphine Van Andenbodegen Douairière de feu le Chevalier Philipe Jacques Vanderlaen Seigneur de Melin, Bisecq &c. Leur respective Mère & Belle Mère. Décédée le 11. Août 1758 dont le Service se fera Lundi 14 dudit Mois à dix heures & demie dans l'Eglise Collégiale & Paroissiale de St. Michel & Gudule. ... " (ref. II 19.510 C 254 Magasin des ouvrages précieux) oorsprong François Corneille Guilain Comte Cuypers.
6. Marie Zeghers is de dochter van Jean Baptiste en Barbe Daelman.
7. In Leuven waren er ook 7 geslachten, zoals de Brusselse geslachten, tot dewelke men diende te behoren om zekere leidinggevende functies te bekleden. De hoedanigheid te behoren tot een van de 7 edele geslachten werd zowel in Brussel als in Leuven doorgegeven via de vrouwelijk of de mannelijke lijn.
8. Zie akten St. Martinus, Berlare 1611-1632, pag 62/181. 9. 28 september 1716 te Brussel volgens de gegevens van het "BHIC-Archieven tienden Moergestel en familie de la Torre", maar te Antwerpen in de St. Jacobskerk op 4 oktober 1716 volgens een huwelijksakte. "4 october 1716 D. Aegidius Philippus Jacobus vanderlaen, Diocesis Mechliniensis... cum dispensatione Illmi Dni Archiepiscopi Mechliniensis, in 3 banis Dlla Joanna francisca josepha van Aerdenbodeghem, cum dispens illmi Dni Episcopi nostris, juncti sunt ex commisione mea per D Gasparem van Essen, Provisorem et Regentem vacantis Abbaties S. Michaelis Antwpe. Testibus D. Norberto van Ardenbodegehem et D. Joanni carolo Maes" Bron Par Reg Antwerpen St Jacobs 1683-1716, p 234/234, Rijksarchief.