Moord op notaris Van Nueten (1876)

Op maandag 24 januari 1876 rond 20u stapte notaris en burgemeester Franciscus Egidius Van Nueten naar zijn stamkroeg. Het moet ijskoud geweest zijn buiten, want de gemiddelde temperatuur die maand bedroeg -0,4°C (Bron: Meteobelgie.be). Op een plaats aangekomen waar geen huizen stonden, werd hij plots door een kogel in de rug getroffen, die in zijn zij bleef steken. De schutter had zich waarschijnlijk achter een haag verstopt. De toestand van het slachtoffer was meteen zeer ernstig, er was veel bloedverlies en de pastoor werd erbij geroepen om de laatste sacramenten toe te dienen.

De verdenking viel meteen op Louis Jan Speltincx. Hij was een 44-jarige man, geboren in Loenhout op 1 september 1831 als negende kind van Louis Speltincx (19/4/1789-24/12/1866) en Dymphna Hofkens (26/4/1792-23/2/1861). Tot voor twee jaar had hij nog voor notaris Van Nueten gewerkt als hovenier, maar sinds hij daar afgedankt was, kon hij over Van Nueten geen goed woord meer zeggen. Volgens sommige bronnen was hij ook gefrustreerd omdat de huisgenoten van Van Nueten hem bespot hadden vanwege zijn handicap. Hij had al meerdere malen doodsbedreigingen geuit tegen zijn gewezen werkgever.

Speltincx was een zonderling man. Sinds zijn ontslag bij Van Nueten, hield hij zich veel op in de bossen en leefde bijna als een wilde. 's Nachts kwam hij in de schuren van de boeren slapen en om te overleven ging hij bedelen, stelen en stropen. Hij was gehandicapt aan de rechterhand, maar kon redelijk schrijven met de linker. Zijn staat van landloperij, de bedreigingen en het karakter van Speltincx hadden sedert lang de aandacht getrokken. Een vriend van de notaris had hem dan ook aangeraden om een klacht in te dienen en de landloper naar Hoogstraten te doen brengen, maar Van Nueten had dit steeds geweigerd.

Enkele uren voor de aanslag was Speltincx nog bij een vrouw in het dorp geweest. Zijn afscheidswoorden aan haar waren: "Vaarwel voor altijd". Men ging dus meteen naar hem op zoek, maar vond hem niet direct. Nabij de molen, op ongeveer een kilometer afstand van de plaats van de moordaanslag, vond men twee getekende brieven waarin Speltincx de moordaanslag bekende. In deze brieven legde Speltincx breedvoerig, nuchter en weloverwogen de redenen uit van zijn daad. Op een andere plaats vond men nog een pistool en twee kogels.

Op vrijdag 28 januari was de gezondheidstoestand van de notaris en burgemeester van Loenhout kritiek. Geneesheren waren er niet in geslaagd om de kogel uit de wonde te verwijderen. Men vreesde voor zijn leven. Franciscus Egidius Van Nueten overleed op zaterdag 29 januari 1876. Hij was 63 jaar oud. Op 30 januari verscheen in Het Handelsblad zijn overlijdensbericht.

De zoektocht naar de moordenaar ging ondertussen verder. Op 31 januari werd de aandacht van de speurders gevestigd op een stok die in de grond stak langs de beek tussen Loenhout en Wuustwezel. Daarop was een oud pistool bevestigd. In de beek ernaast lag het levenloze lichaam van Louis Speltincx. Het onderste deel van zijn kaak was afgeschoten en zijn gezicht erg verminkt. Hij had zelfmoord gepleegd.

De zelfmoordenaar had dubbele voorzorgen genomen om zijn zelfmoord te doen slagen. Ten eerste had hij de haan van de revolver verwijderd. Dit is het hamertje dat men aanspant wanneer men wil vuren; men vond het terug in zijn broekzak. Zonder haan moest hij de revolver afvuren met een lucifer. Dan heeft hij wellicht de loop van de revolver in zijn mond genomen en is tot zijn knieën in het water gaan staan. Zo kon hij er zeker van zijn dat hij zou verdrinken als het schot hem niet doodde. Aan de rand van de rivier vonden de speurders een papieren zakje waarin ze het hele bezit van de landloper terugvonden: sokken, een mes, zeep, poeder, capsules, lucifers en andere kleinigheden.

De veldwachter werd erbij geroepen om de identiteit van de overledene vast te stellen. Er wordt aangenomen dat hij zelfmoord pleegde toen hij hoorde dat Van Nueten overleden was.

Op dinsdag 1 februari vond de plechtige uitvaart plaats van notaris en burgemeester Van Nueten, in de St. Petrus en Pauluskerk te Loenhout. Het ganse dorp was aanwezig op de uitvaart, en ook uit de omliggende dorpen kwamen de mensen toegestroomd om Van Nueten een laatste eer te bewijzen. De doodskist werd gedragen door de leden van de gemeenteraad van Loenhout. De hoeken van het baarkleed werden vastgehouden door dhr. Van Hooydonck, schepen, dhr. Borré, vrederechter te Brecht, dhr. Van Regemorter, kandidaat-notaris te Hoogstraten en dhr. Houtmans, kunsttekenaar te Brussel. Achter de kist volgden de familieleden, het personeel van de gemeente en het OCMW, de leden van de kerkfabriek, zijn collega's en vrienden, de douaniers van Loenhout en een grote menigte rouwenden.

Bij het graf werden drie toespraken gehouden: een eerste door dhr. Mannekens, gemeentesecretaris in naam van het gemeentebestuur, een tweede door dhr. Van Sulper, notaris te Antwerpen in naam van de kamer van notarissen en een derde door dhr. Warmoes, hoofdonderwijzer, in naam van de vrienden en dorpsgenoten.

Zijn lichaam werd bijgezet in het familiegraf van de familie Van Nueten op het kerkhof van Loenhout.

Lijkredes

Bij het graf werden drie toespraken gehouden: een eerste door dhr. Mannekens, gemeentesecretaris in naam van het gemeentebestuur, een tweede door dhr. Van Sulper, notaris te Antwerpen in naam van de kamer van notarissen en een derde door dhr. Warmoes, hoofdonderwijzer, in naam van de vrienden en dorpsgenoten. De tekst van de redevoering van dhr. Sulper is verloren gegaan, maar de andere toespraken verschenen in Het Handelsblad op 5 februari 1876. Om de leesbaarheid te bevorderen, werd het taalgebruik en de spelling enigszins gemoderniseerd. De oorspronkelijke teksten zijn na te lezen bij de krantenknipsels.

Lijkrede van dhr. Mannekens, gemeentesecretaris van Loenhout, in naam van het gemeentebestuur

Mijne heren,

Ik kom op dit droevig ogenblik, namens het gemeentebestuur van Loenhout, een droeve plicht vervullen.

Ik kom in hun naam de laatste hulde brengen aan een man, die gedurende vijftien jaren als schepen en vijf jaren als burgemeester deze gemeente met wijsheid en voorzichtigheid bestuurd heeft.

De goede hoedanigheden waarmee zijn ziel zo rijk versierd was, gepaard met zachtzinnigheid, maakten hem talrijke vrienden.

Ik kom hier hulde brengen aan de man die zo wreed en misdadig ter dood is gebracht.

Waar is hij, mijn vrienden, die kort geleden nog zo kloek was? Die met ons omging en onze vreugden deelde? Onze helper en raadgever? Daar ligt hij... daar, in het kille, nog geopende graf! De aarde heeft haar rechten teruggeëist!

Van Nueten, diep betreurde burgemeester, het gemeentebestuur is u erkentelijk en de smart welke het bij uw dood gevoelt, zal gedeeld worden door allen die u hebben kunnen waarderen.

Gij hebt gewetensvol uw taak hier op aarde vervuld: het loon geniet gij hierboven.

Moge dit gedacht, gevoegd bij de hoop om u ooit weer te zien, enigszins de smart van uw echtgenote en kinderen verzachten!

Mogen uw kinderen, die gij zo beminde, uw voorbeeld navolgen en waardig de naam dragen die gij hun nalaat.

Vaarwel, burgemeester, in naam van het gemeentebestuur, vaarwel, waarde vriend en goede raadgever, vaarwel!

Lijkrede van dhr. Warmoes, hoofdonderwijzer, in naam van zijn vrienden en dorpsgenoten

Mijn heren,

Ook ik ben hier uitgenodigd om bij deze gapende grafkuil een pijnlijke doch geheiligde plicht te volbrengen: een laatste hulde bewijzen en de gevoelens vertolken die op dit plechtig ogenblik ons allen aangrijpen.

Het spijt me als mijn krachten hierbij tekort schieten indien de ontroering zich van mij meester zou maken.

Franciscus Egidius Van Nueten werd 36 jaar geleden in Loenhout, zijn geboorteplaats, tot notaris benoemd en opvolging van zijn overleden vader.

Zijn achtbare ambtgenoten hebben hem in die hoedanigheid naar waarde geschat. Edoch, wat ons allen bekend is, mag hier ook luidop gezegd worden: van ver en nabij kwam men tot hem; de meeste families in Loenhout onderhielden goede betrekkingen met hem en gingen hem raadplegen. En al wie zich aanbood, arm of rijk, werd immer goedhartig en vriendelijk onthaald en aanhoord. Ja, wie met het hoofd neergebogen door druk of leed bij hem binnenkwam, ging weer buiten gans opgebeurd met verlicht en blij gemoed, en zei tegen iedereen die het horen wilde: "Ik ben bij mijnheer de notaris geweest!" Het is zo: hij was een wijze raadgever en een liefdevolle weldoener, een tweede vader!

Twintig jaar geleden werd Van Nueten op aanzoek en door de algemene stemmen van zijn medeburgers in de gemeenteraad verkozen en sindsdien behouden, eerst als schepen en vervolgens als burgemeester.

En hoe! Wij hebben het helaas gehoord maar de waarheid mag, ter bekrachtiging, nog wel eens herhaald worden. Als de bestuurlijke stukken en gemeentezaken, ook de geringste, werden door hem met uiterste nauwkeurigheid nagezien, bezorgd en behartigd. Met nauwgezetheid woonde hij de zittingen bij. Zijn voorstellen, waarover hij de gedachtewisseling zo wijselijk wist te leiden, strekten immer tot welzijn en voorspoed van zijn zo dierbare gemeente.

Ook de opvoeding en het onderwijs van de jeugd lag hem nauw aan het hart; zo dikwijls heeft hij mij met de grootste belangstelling daarover gesproken. Kortom, hij was, in de ware betekenis van het woord, een verlichte en wijze bestuurder, een vredelievende en rechtschapen burgemeester, een burgervader die voor richtsnoer had: "Doe wel en zie niet om". Op hem mocht Loenhout, dat zoveel aan hem verschuldigd is, met fierheid wijzen.

Wie als vriend of als burger met Van Nueten omging schonk hem ook in deze betrekking zijn volle vertrouwen, zijn achting en liefde.

Als ware christen vertoonde hij zich bij zijn lijden. Ja, bij een lijden zo pijnlijk en tevens zo vol van geestelijke folteringen bleef hij onderworpen en gelaten, en uit zijn rein gemoed, over zijn stervende lippen rolde het verheven woord: "Vergeving! Barmhartigheid!"

Ik houd op: het woord is onmachtig om de lofrede te maken van deze uitmuntende man. Wie hem kende draagt deze lofrede in het hart en weet dat geheel zijn leven en streven, gans zijn handel en wandel berustte op de evangelische liefdesspreuk: "Alles wat gij wilt dat de mensen u doen, doe hun dit ook."

Geen wonder dus, dat bij het vernemen van zijn overlijden kennissen en vrienden zich diep ontroerd voelden en dat een onuitsprekelijk smart hen aangreep.

Geen wonder dus dat wij hier zo talrijk zijn opgekomen om uit te drukken onze warme gevoelens van achting, liefde en erkentelijkheid! Van Nueten, dierbare vriend, geliefde weldoener, wil ze aanvaarden! Zij zullen, met uw zalig aandenken en uw weldaden, onuitwisbaar in onze harten voortleven en overgaan tot uw teerbeminde echtgenote en kinderen. Dit belooft u het dankbare Loenhout.

En gij, diepgetroffen familie: troost u door dit, ons besluit; troost u bij de gedachte dat de voorzienigheid, behalve beproeving ook steeds heil en zalving biedt. Blik opwaarts naar het verblijf van de goeden, waar, door zulk een leven, lijden en dood, de brave echtgenoot en vader is opgenomen, en waar zijn geest u en ons allen schijnt toe te fluisteren: "Weent niet langer over mij, hoe lief ik u ook moge zijn; eens toch zien wij elkaar weer."

Het zij zo!

Hoe hard ook, nu moeten wij weg.

Van Nueten, teergeliefde vriend, ontvang onze pijnlijke afscheidsgroet en rust zacht in de schoot van de gewijde aarde!

Vaarwel, tot weerziens in het beter vaderland.

Krantenknipsels

In de Nationale Bibliotheek van België vonden we deze krantenknipsels:

Inschrijving van het moordonderzoek in het parketregister

In het Rijksarchief te Antwerpen vonden we:

We lezen:

  • Numéro d'ordre / Volgnummer: 233
  • Désignation des inculpés / Beschuldigde: Speltincx, Louis Jean, ouvrier, né à Loenhout / Speltincx, Louis Jan, arbeider, geboren te Loenhout
  • Age des inculpés / Leeftijd van de beschuldigde: 44
  • Nature du fait incriminé / Aard van de feiten: Tentative d'assassinat sur la personne de Fran. Van Nueten, bourgmestre à Loenhout / Moordpoging op Frans Van Nueten, burgemeester te Loenhout
  • Date du fait incriminé / Datum van het feit: 24
  • Date du procès-verbal de la pleinte / Datum van het proces-verbaal: 29
  • Date de leur arrivée au parquet / Datum van aankomst in het parket: 26
  • Désignation du fonctionnaire saisi le premier / Functie van ambtenaar die het eerst bij de zaak betrokken was: Echevin à Loenhout / Schepene te Loenhout
  • Behandeling: ...de dépot au griffes 21 mars 1876, l'assassin Speltincx s'étant suicidé / Naar het depot van de griffie, aangezien de moordenaar zelfmoord gepleegd heeft.