De Ferrariskaart (1778) vermeldt "Munde Bosch"

Hoeve "De Munt"

Gaspar de Haze, drossaard van Merksem Dambrugge, was een rijke grondbezitter. Hij was eigenaar van een groot deel van de Munt. Op 17 oktober 1639 heeft hij, mede in naam van zijn vrouw Maria Buycx, al zijn goederen in de Munt geschonken aan ’t College der paters Jezuïeten te Antwerpen. Hun enige zoon Gaspar was Jezuïet en procurator van ’t college. Deze goederen “eertijts geweest hebbende twee hoeven genaemt respectievelijck de groote ende cleyn Munte..” vormden een aaneen gelegen blok grond van ruim 80 bunders land, mastbossen en heide. (=108 ha) Deze eigendom grensde ten oosten aan de Vlamingweg, ten zuiden gedeeltelijk aan de Hollandseweg en ten noorden ‘aen ’s heeren vrunte ofte de gemeyne heyde..”. In 1639 waren deze twee hoeven reeds verdwenen.

Kaart Vandermaelen, 1854. Op 20ste eeuwse luchtfoto's is het bos geheel verdwenen.

Hoeve ‘de cleyne Munte’, ook genoemd ‘den Eyndenpoel’ met 32 bunders land had Gaspar de Haze op 2 oktober 1612 gekocht van Seger Van Dort. Hoeve ‘de groote Munte’ was in zijn bezit gekomen op 7 december 1615. Omwille van onbetaalde schulden aan de Armentafel van Loenhout werd deze hoeve verkocht door Merten Aerts, pastoor, en Jan Cornelis Goris en Wouter Peeters, H. Geestmeesters. In 1640 hebben de paters Jezuïeten nog meer grond verworven in de Munt. Ze zijn eigenaars gebleven tot 1773 toen de Jezuïetenorde door paus Clemens XIV werd opgeheven. Al hun goederen in de Munt werden opgekocht door Henry Joseph Stier, bankier te Antwerpen. Henry Joseph Stier, geboren in Antwerpen op 19 februari 1743, was de zoon van Albert Stier en Isabella de Bistraete. In 1767 trouwde hij met Marie Louise Peeters, dochter van Joannes Peeters en Mathilde Van den Cruyse. Joannes Peeters was heer van Aartselaar, Buerstede en Cleydael. Zo kon Henry Joseph Stier door zijn huwelijk d’ Aertselaer aan zijn naam toevoegen. Hij was een van de belangrijkste bankiers van de Oostenrijkse Nederlanden. In 1815 werd hij in de adelstand verheven. Hij stierf op zijn kasteel De Mick in Brasschaat op 22 juni 1821. Zijn nalatenschap werd door de erfgenamen op 27 december 1822 verdeeld (not J.J.Pinson) Het was een reusachtig fortuin van 2 miljoen gulden. In Loenhout in de Munt bezat hij 91 bunders of 120 ha mastbos. Deze goederen in de Munt werden toegewezen aan Jean Michel Antoine van Havre, weduwnaar van Isabella Maria Stier. Ook hij woonde op het kasteel De Mick. Hij stierf in 1844.