Jan Van Vollenhoven als schout in 1569

De schouten van Loenhout

De schout was een lokaal ambtenaar belast met bestuurlijke en gerechtelijke taken en het handhaven van de openbare orde. Als voorzitter van het plaatselijk bestuur, hoofd van de plaatselijke politie en officier van justitie lijkt de functie van schout nog het meest op die van de huidige burgemeester. In de achttiende eeuw veranderde de naam schout in drossaard. Na de instelling van de gemeenten onder Napoleon in Nederland in 1811 werd de naam 'maire' (burgemeester) ingevoerd.

  • 1330 Willem(7)
  • 1433 Ancem de Weert
  • 1457 Peter Van den Broecke
  • 1479 Jan Van Myle
  • 1481 Gielis Vanden Wijngaerde
  • 1485 Wouter De Bye
  • 1521 Gheeridt Ingelbrechts
  • 1530 Cornelis Wayt
  • 1538-1543 Marcus Loijcx, schout en hoofdman van de St. Jorisgilde.
  • 1544-1548 Jan Van Lint, gaf de opdracht tot het maken van het bekende retabel van St. Quirinus.
  • 1549-1565 Peter Imbrechts
  • 1565-1592 Jan Van Vollenhoven (+1592)
  • 1592-1615 Cornelis Van Dongen (op 12-4-1593 vermeld als schout, kastelein en stadhouder in het leenhof Van den Wijngaerde)
  • 1616-1634 Daniël Buijcx (6)
  • 1635-1654 Thomas Van Diepenbeeck, schout, rentmeester, stadhouder van de lenen, meier en kastelein (1)
  • 1655-1674 Joannes Marcelli, schout, rentmeester, stadhouder van de lenen, meier en kastelein (2) (overleden op 5-8-1674)
  • 1675-1701 Marcellus Marcelli (overleden op 14-6-1701)
  • 1701-1714 Joannes Paulus De Cort (overleden in 1714)
  • 1715-1724 Petrus Herrij
  • 1725-1726 Cornelis Van der Vloet
  • 1727-1762 Ignatius Cornelius van Craesbeke de Sittaert (3) (5) (overleden op 20-9-1762)
  • 1762-1762 Jan Frans van Ooteghem (4)
  • 1763-1771 François Van Beeck (Was hij ook schout van Wuustwezel?)
  • 1772-1778 Thomas Victor Gerardi, was ook notaris in Hoogstraten
  • 1778-1795 Dominicus Mutsaerts

Nota's

Dank aan E.H. Jan Simons voor zijn aanvullingen.

(1) Inventaris van het archief van de heerlijkheden Loenhout en Popendonk, H. Delvaux, 1975, p. 15, "IV Personen belast met het beheer van de heerlijkheden", 57. Akte van aanstelling van Thomas van Diepenbeeck tot schout, rentmeester, stadhouder van de lenen, meier en kastelijn, 1635, 1 perkament.

(2) Inventaris van het archief van de heerlijkheden Loenhout en Popendonk, H. Delvaux, 1975, p. 15, "IV Personen belast met het beheer van de heerlijkheden", 61. Akte van aanstelling van Johan Marcelli tot schout, rentmeester, stadhouder, meier en kastelijn, 1655 (afschrift), 1 stuk

(3) Inventaris van het archief van de heerlijkheden Loenhout en Popendonk, H. Delvaux, 1975, p. 15, "IV Personen belast met het beheer van de heerlijkheden", 62. Akte van aanstelling van Ignatius Cornelius van Craesbeke de Sittaert tot schout en stadhouder, 1727 (afschrift), 1 stuk

(4) Inventaris van het archief van de heerlijkheden Loenhout en Popendonk, H. Delvaux, 1975, p. 15, "IV Personen belast met het beheer van de heerlijkheden", 66. Akte van aanstelling van Jan Frans van Ooteghem tot schout en stadhouder van de lenen, 1762, 1 katern

(5) Op 9 maart 1743 verschijnt zijn naam in een procesverslag tegen Nicolaes Van Dijck die bomen rondom de kapel had omgehakt. Naast schout is hij ook medeprovisor van de Quirinuskapel. (Bron: kerkarchief van Loenhout, nr. 102)

(6) We vinden hem o.m. terug in een Decreet van het Hof van Holland (verkoopsacte):

  • Datum: 5 juni 1633
  • Naam impetrant: Daniel Buijcx, schout, casteleijn, en rentmeester te Loenhout
  • Verkoper: Marcelis Snellen, als procuratie hebbende van de Curateurs van de boedel van wijlen Johan Dudijn
  • Koper: Daniel Buijck, impetrant
  • Goed: Zevenbergen, gelegen in het land van Zevenbergen, in de oude polder, genaamd: "Dudanis Houve": Hoeve, huizing, Schuur en land, ca 20 bunders 160 roeden

(7) Bron: Geschiedenis van het Wilhelmieten klooster en van het bisschoppelijk instituut Ste Marie te Huybergen, 1906, uitgegeven door 'eenige oud-leerlingen', p. 415: "Wij Jan van Hoelbeecke heere van Loenhout ende van Ophem maken condt allen dengheenen dye desen brieff zelen sien oft hooren lesen dat wij de thienden van Willem onsen knape de schouteth van Loenhout vercregen hadde...". Koppeling naar het citaat. (laatst gecontroleerd op 4/5/2020)