Luchtfoto kerk, ca. 1970

E.P. Louis Bogaerts (1985) (42)

1256 NN

Op 4 november 1256 wordt vermeld dat de pastoor van Loenhout, samen met de pastoors van Rijsbergen en Minderhout moeten zorgen voor de aanstelling van de pastoor van Meer. Doch de naam van de pastoor wordt niet genoemd.

Lees meer

1277 Paulus

De eerste naam van een "pastoor" duikt op in een acte van 1277: het betreft een zekere Paulus. Hij was namelijk pastoor van Loenhout, toen Arnold van Leuven, de heer van Breda, de tienden welke hij te Loenhout bezat, verkocht aan de Abdij van Sint-Bernards…

Lees meer

1310 Henricus

"Curatus seu investitus ecclesiae de Loenhout" staat in een acte van 5 juli 1310 als getuige met Joannes, deken van het kapittel van O.L.V. te Antwerpen en Rutger, pastoor van Edegem. Hij is dus huidig pastoor van Loenhout.

Lees meer

1399 E.H. Godefridus Optenberghe

In de registers van kerkelijke beneficiĆ«n van het bisdom Luik, zoals uitgegeven door E.H. G.C.A. Juten (Taxandria; tijdschrift voor Noordbrabantsche geschiedenis en volkskunde, jrg 28, 1921, 116) staat voor het jaar 1399: Rector d. Godefridus Optenberghe domini nostri pape familiaris. "Pape familiaris" betekent 'vertrouweling van…

Lees meer