Van Kaunas naar Minsk

  Terug naar overzicht

Vandaar richtten wij onze weg naar Grodno, doorkruisend altijd maar de uitgestrekte mastbossen en immer achtervolgend de Kozakken. Grodno is een grote handelsstad, ook aan de Niemen gelegen.

Over heel het grondgebied van Litouwen vindt men niets dan uitgestrekte mastbossen, zeer rijk aan bijen, waaruit de bevolking veel profijt haalt. De dorpkens zijn er zeer klein, ja, men vindt hier en daar in de bossen enige kaveten bewoond door mensen die de bossen tot bouwland maken. Men ziet nog te allen kant de boomstronken drie, vier voet boog in het land staan rond dewelke zij labeuren. Als zij van een bos land willen maken dan branden zij het maar af en, hetgeen er blijft staan, dat laten zij verrotten, zodat er dikwijls op het veld nog bomen staan, die half afgebrand zijn.

In die bossen vindt men vele beren, wolven en andere wilde dieren. De inwoners zijn verplicht de bomen zes of zeven voet boven de grond met planken te beslaan om te beletten dat de beren of andere dieren er zouden inklimmen.

Voor hun bijenteelt gebruiken de Russen geen bijenkorven. Zij hollen een denneboom uit omtrent het midden van de stam over een lengte van drie tot vier voet en een breedte van een halve voet. Zij nagelen daarover een plank, in dewelke zij een klein gat laten om de bijen daardoor te laten in- en uitvliegen.

Vanuit het gouvernement Grodno rukten wij op naar Wilna [Vilnius, Litouwen] altijd de Kozakken achtervolgend. Elke dag vielen er kleine slagen doch wij verspeelden niet veel volk daar de vijand bij het eerste treffen altijd aanstonds zijn posities verliet.

Kaunas, Grodno, Vilnius, Minsk

Het gouvernement Wilna [Vilnius] is nog slechter dan dat van Grodno of van Minsk. Wij die de eersten waren konden er al geen levensmiddelen meer vinden en wij wensten Rusland nooit gezien te hebben. De voorraad die wij uit Duitsland hadden meegebracht begon al kleiner en kleiner te worden. Vonden wij hier of daar nog een stuk brood, dan was het nog oneetbaar, vol stro en kaf en zo slecht gemaakt en gebakken dat de wormen er uit liepen. Als wij wat meel vonden, dan waren wij verplicht er noedelen van te koken, want wij hadden de nodige tijd niet om er brood van te bakken vermits wij dag en nacht verder optrokken. In de kaveten der inwoners moet men niets gaan zoeken, want zij eten schier als de beesten en, als zij een stuk slecht, droog brood hebben, noemen zij zich gelukkig en zeggen "slavabago", dat betekent "God zij geloofd!" En in de lente, dan ziet men hen overal kruiden en bladeren plukken, die zij eten, juist zoals het vee. Een reiziger zou zeer voorzichtig zijn, bij een tocht door de Russische landen, zich te voorzien van levensmiddelen, want men vindt er noch herbergen, noch afspanningen, niets dan een "kabak" waar zij hun "kosolko" verkopen en zulke "kabak" vertoont meer gelijkenis met een varkensstal dan met een woning.

Als een baron of een treffelijk man in Rusland op reis gaat, voorziet hij zich van alles wat hij nodig heeft, tot zelfs zijn bedden toe, die hij in zijn wagen of op zijn sleden meevoert. Een reiziger vraagt in Rusland nooit naar een afspanning of herberg, doch logeert waar hij het goedvindt.

Men moet zich ook voorzien van een schaapsvacht, van een mantel van grof laken en van een paar grote "stiebels" (laarzen) die zij aantrekken na vooraf voeten en benen omwonden te hebben met drie, vier ellen laken. Een oprechte Rus draagt in de Winter steeds twee pelsen en een kapot, boven zijn andere klederen. Aan zijn benen en voeten vier of vijf ellen laken en aan iedere voet "lapkie", dat is schors van bomen dooreengeslingerd met kleine touwtjes, die zij aan hun voeten binden. Op hun hoofd dragen zij een grote haren muts, die schier geheel hun aangezicht bedekt, zodat er nauwelijks genoeg plaats over blijft om er door te zien.

Wij zetten onze achtervolging voort tot omtrent acht uren van Minsk, waar de Russen een goede positie hadden ingenomen. Na ongeveer drie, vier uren gevochten te hebben, verlieten zij hun stellingen en verbrandden zij al de magazijnen van levensmiddelen, die er in Minsk waren en ook al de schepen, die op de Uscha lagen. Ja, liet was een schroom om zien hoe al die magazijnen en schepen met levensmiddelen verbrandden, terwijl de soldaten en de vele inwoners er zo grote armoede aan hadden.

Minsk is een schone, grote stad, rondom in de mastbossen gelegen. Zij is schoon bebouwd en men drijft er een grote koophandel. Men treft er vele magazijnen aan toebehorend aan de keizer van Rusland. In die mastbossen huizen veel bijen, die de rijkdom van het land uitmaken.

  Terug naar overzicht