1510-1544 Robbrecht I, graaf Van der Marck

De kleinzoon van Robbrecht Van der Marck, ook Rembouth van Arenberg genoemd die waarschijnlijk een zoon was van Everaert Van de Marck, raakte in conflict over het recht op de beide heerlijkheden met zijn nonkel Jan Van Boechout, de broer van Daniël van Boechout (1502). Deze was priester en domheer. Jan heeft het waarschijnlijk niet gehaald vermits Robbrecht Van der Marck heer werd in 1541. Op 15 augustus 1541 legde hij voor de ingezetenen van Loenhout zijn eed af van getrouwheid aan de keuren (oude gebruiken) van Loenhout. In het archief van zijne Hoogheid Salm Salm, heer van Hoogstraten trof P. J. Goetschalckx een niet-gedateerde tekst aan:

"De weduwe Verbrecht van den Mercke ende van Arenborh, heere van myne heere Eduwarts sone, hout in leene van myn JOr Van Culenborch van syne heerlyckheyt tot Loenhout, nederhof, dorpe, molene, chijns (geldbelastingen), vogellerye, visserye ende alle synen toebehoorten in alder manieren, gelyck heer Daneel van Boechout en zijne voorheeren dat gehouden hebben ende dat remboursement gedaan, jonker Daniël ende heer Jan van Boechout."

Deze laatste is de oom van Robbrecht. De weduwe Verbrecht zou dan de weduwe Robbrecht(I) Van der Marck zijn, zoals de heer J. Ernalsteen vermeldt in een verslag over de eedaflegging van graaf Robbrecht II. Toen deze laatste zijn eed aflegde was de jonker Jasper Van Culenborg al sinds 1504 vervangen door zijn vierde dochter Alida van Culenborg, zuster van Isabelle van Culenborg, de echtgenote van graaf Antoon de Lalaing, die begraven is in het praalgraf van de kerk van Hoogstraten. De hierboven vermelde families zijn de leenheren en de heren en vrouwen Van der Marck zijn de leenmannen. Zo hadden de leenheren de Lalaing recht op de tol van "des Herenweg" vanaf de kapel van Westdoorn tot aan de "Dobbelen Arend", de huidige Napoleonshoeve op de Kruisweg te Wuustwezel. Robbrecht had waarschijnlijk geldgebrek want hij verkocht vóór 1534 een rente 400 Karolusgulden aan Antoon de Lalaing.

In de brochure van vader en zoon Van Aken werd Robbrecht vermeld als de zoon van Robert en als de kleinzoon van Everaert Van der Marck. Tussen 1465 en 1541, de periode van de familie Van der Marck, ligt bijna 80 jaar. Het is goed mogelijk dat er in die periode nog enkele familieleden een tijdje heer van Loenhout waren, o.a. Rembouth of Verbrecht van Arenberg maar het lijkt er meer op dat dit allemaal namen zijn voor Robbrecht I of II. Een stamboom opstellen van een adellijke familie is niet zo eenvoudig. Bastaarden, steeds dezelfde voornamen en het ontbreken van de geboortedatum maken de meeste gegevens, die over de familie bestaan, onbetrouwbaar. Vermits men in de meeste gevallen aangewezen is op leenboeken zit het risico erin dat iemand die als leenman bij de leenheer opgeschreven staat bij zijn overlijden nog een tijdje voorkomt in de boeken als leenman.

Schema

Bron: Huis van der Marck, Etienne Pattou 2006 (http://racineshistoire.free.fr/LGN)

Aanvulling

Volgens onderstaande actes was Robbrecht van Arenborch, graaf van der Mercke en Arenborch reeds in 1510 heer van Loenhout. De door John Cuyvers vooropgestelde startdatum van 1541 werd daarom aangepast naar 1510:

Nassause Domeinraad: Leenregisters Polanen en de Lek, Volgnummer Leen: 263
Machtelt van Montfoorde, oudste dochter van heer Johan en vrouwe Willem van Montfoorde, na doode van haar moeder; voor haar doet hulde haar man Robbrecht van Arenborch, graaf van der Mercke en Arenborch, heer van Naeldwijck, Loenhout etc., 1510 Juli 4 (plaats: Monster)
Nummer toegang: 1.08.11, inventarisnummer: 7320, folionummer: fol. LX

In 1527 was hij nog steeds heer van Loenhout, zoals blijkt uit deze acte:

Nassause Domeinraad: Leenregisters Polanen en de Lek, Volgnummer Leen: 150
Douairière van Assendelft, 1527 Maart 22, Alijd van Kyeffhouck. Een rente, groot 200 pond vlaamsch jaarlijks, losbaar met den penning 18, uit de goederen, die Robrecht, graaf van der Marck en Arenberch, heer van Reinchom, Bouchout, Loenhout en Naaldwijk, burggraaf van Brussel, erfmaarschalk van Holland enz., en zijn v (plaats: Kapelle-Nieuwerkerk op den IJsell)
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.08.11, inventarisnummer: 7320, folionummer: fol. 2 'vo.-7'vo.