1819-1835 Ridder Jacobus Van Beeck-Vollenhoven
Ridder in de Orde van de Rode Adelaar (Bron: Bijvoegsel van het Staatsblad, Volume 8, Deel 1, xiv) Jacobus Van Beeck-Vollenhoven, "in leven geheym commercieraed, consul, bankier van zijne majesteyt den koning van Pruyssen, wonend in Amsterdam", werd eigenaar door de gedwongen onteigening door hemzelf voortgezet tegen de heer Jean Claude Bernardin, markies de la Valette, ingevolge vonnis inhoudende openbare en definitieve adjudicatie, uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, in zitting van 7 november 1820.
Hij was directeur van de daartoe opgezette "sociëteit van eigendom Loenhout en Popendonk", die de goederen beheerde voor gemeenschappelijke rekening tot 1835. Hij stelde een rentmeester aan om de zaken in Loenhout te behartigen, nl. Louis Joseph Lambert. Deze woonde in Loenhout van 1825 tot 1841. Meer informatie over hem is te vinden onder de volgende heer, Hendrik Van Beeck-Vollenhoven.