In de eerste tijden van het bestaan van onze parochie stond de pastorij niet op de plaats waar zij zich nu bevindt. Iedereen kent "de oude pastorij". Daar stond voor het jaar 1627 de pastoorswoning, want de archieven melden, dat in dat jaar de pastorij afbrandde. Twee jaar later, in 1629, werd door de abdij van Sint Bernaarts, grond aangekocht voor het bouwen van een nieuwe woning voor de pastoor. Zij staat in het landboek van deze kloostergemeente als volgt beschreven: "Een woning met een bakhuis en aanliggend land zijnde de schuur, met het recht van stouwen door het straatje, zuidwaarts daaraan gelegen, lopende naar de Heuvel". Men ziet het: de topografie van de plaats, waar de pastorij zich bevindt, is na drie eeuwen nog weinig of niet veranderd.

Velen vragen zich af, wat die grote schuur aan de pastorij betekent. Als men weet dat de pastoor van die tijd een bergplaats nodig had voor bewaren van de tienden, die hij als vergelding voor zijn diensten trok, zal het natuurlijk schijnen, dat bij de pastorij een schuur, gewoonlijk "tiendeschuur" genoemd, behoorde.

De pastorij had tijdens de Franse Revolutie veel te lijden en kwam zelfs in het jaar 1798 op de roepblok.

Meer informatie op de Inventaris Onroerend Erfgoed.