De grenzen van Loenhout

Uitgestrekte heidegronden en moerassen, welke tussen de dorpen lagen en als waardeloos beschouwd werden, maakten het zeer moeilijk om destijds de juiste grenzen af te bakenen. Deze werden dan aangeduid door palen, putten of stenen, "paalsteden" genoemd. Op de grens tussen Wezel en Loenhout stond een grote eik, en het is meer dan waarschijnlijk, dat de benaming "Terryck" of "Ter eik" van deze grensaanwijzing voortkomt.

De grensafbakening ging meestal met feestelijkheden gepaard. Op de grens tussen Zundert en Loenhout werd een put gemaakt. Er werd ter plaatse een koe geslacht om feest te vieren. De plaats "Koeputpoel" gelegen op de grens nabij de dreef van Maxburg, zou haar naam, zo beweert men, aan die plechtigheid te danken hebben.

E.H. Simons heeft in 2009 enig onderzoek verricht naar deze "Koeputpoel" en schreef hierover:

Op de Tolberg stond een grenspaal die daar gezet was kort na 1648. In dat jaar werden door het vredesverdrag van Munster de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden door een grens van elkaar gescheiden. Deze grenspaal zorgde meer dan honderd jaar later nog steeds voor verwarring.

Zo verscheen Adriaan Adriaanszoon Mathijssen op 30 april 1787 voor de schout en de schepenen om een verklaring af te leggen over deze grenspaal.

Adriaan woonde op de Tolberg, hij was daar geboren en opgegroeid, evenals zijn ouders. In 1787 was hij 70 jaar oud, “geloofweerdigh manspersoon, staende ter goeder naeme ende faeme alhier ende elders..” Zijn vader Adriaan Huybrecht Mathijssen was in 1787 reeds 50 jaar overleden.

Adriaan verklaarde onder eed dat hij van zijn vader vroeger het verhaal gehoord had van de grenspaal op de Tolberg. Zijn vader had het op zijn beurt gehoord van zijn ouders.

Het verhaal luidde dat toen de grenspaal daar gezet werd “die heeren aldaer eene koeye hadden gebraeden ende daer vier tonnen bier gedroncken met de omstaenders..” Daarom werd de grenspaal op de Tolberg de koepaal genoemd. Later verdween de paal en op de plaats waar hij gestaan had werd een kuil of put gegraven in de vorm van een kruis, de koeput genaamd.

Adriaan vertelde aan de schout en de schepenen dat zijn vader hem altijd gezegd had dat de koeput de grens was. Er stond echter een paal in de buurt die voor verwarring zorgde. Deze paal stond op de heide ten oosten van de Tolberg en werd door velen, ten onrechte, beschouwd als de grenspaal. Maar het was geen grenspaal en hij had ook niets te maken met de koeput. De paal in de heide was daar neergezet door de overheid van Hoogstraten om de scheiding aan te duiden tussen de heide en moeren van Hoogstraten en Loenhout. De Loenhoutse wethouders waren daarvan op de hoogte. Ook de Hollanders wisten heel goed waar de echte grensscheiding was.

In ’t najaar van 1787 werd Adriaan Mathijssen door Hollandse landmeters gevraagd om de koeput aan te wijzen. De Hollanders zegden hem dat de koeput inderdaad de grens was. Ze kenden bovendien ook het oude verhaal van de geslachte koe en de tonnen bier waarmee de grens in 1648 ‘ingehuldigd’ werd.

Ten Westen van de Vlamingstraat, aan den draaiboom van de Munt, heeft men, over enige jaren, een grenspaal uitgegraven. Er wordt wel eens beweerd dat, gezien de vele ontdekkingen en opgravingen die daar ter plaatse en aan den Aerd gedaan zijn, aldaar wel een oude stichting van de Romeinen kan bestaan hebben.

Tenslotte zegt een legende dat op de grens tussen Brecht, Wuustwezel en Loenhout, op de plaats "De Wolfsput" genaamd, de grensafbakening met zeer grote plechtigheden gepaard ging en... dat de Loenhoutenaars het meeste bier konden drinken. Het was wel eigenaardig, dat de inwoners van Loenhout en Wuustwezel steeds in eendracht leefden, terwijl de bewoners van Brecht gedurig met die van Wuustwezel twistten.

Sinds die tijd zijn de grenzen van onze gemeente ongewijzigd gebleven. Loenhout heeft een oppervlakte van 3111 Ha. en grenst ten Noorden aan Zundert en Meer, ten oosten aan Minderhout en Hoogstraten, ten zuiden aan St. Lenaerts en Brecht en ten westen heeft men een natuurlijke grens, de Groote Aa, waarmede onze gemeente aan Wuustwezel paalt.