Hoogstraatseweg, ca. 1900

Tijdens de 19de eeuw

Wanneer Napoleon te Leipzig verslagen was, zetten de Verbondenen in 1813 het leger der Fransen achterna. In december van dat jaar kwam een afdeling Kozakken in onze streek. De Fransen hielden hen tegen te Wuustwezel en achtervolgden hen in de richting van Hoogstraten. De soldaten plunderden de huizen op hun doortocht.

Na de val van Napoleon werd ons land met Holland verenigd. Alhoewel die twee landen bij elkaar pasten, kwam er geen eenheid tot stand. Het verschil van karakter en godsdienst speelde een grote rol. Gekrenkt inzake vrijheid van onderwijs en drukpers, wilde het volk vrijheid in alles en voor allen verkrijgen. Daarom zonden ook de besturen van Loenhout en van andere gemeenten, tezamen met de geestelijkheid, een verzoekschrift aan de koning der Nederlanden, maar alles was te vergeefs. In september 1830 brak de omwenteling uit, die gelukkig maar enkele dagen duurde.

Tijdens de jaren 1845-1848 heeft men hier nog noodlottige tijden gekend. Een nieuwe plaag teisterde de aardappelvelden. Het gebrek aan dit onmisbaar voedsel bracht een soort hongersnood teweeg.

In het jaar 1870 ontstond oorlog tussen Frankrijk en Duitsland. Slechts enkele dorpsgenoten moesten optrekken om de landsgrens te bewaken.

Tot in 1880 was het voor alle Loenhoutenaren een armoedige tijd. Op het einde van de XIX° eeuw werd het oude gemeentehuis herbouwd.

Ook onze parochiekerk had heel wat in fraaiheid tijdens deze eeuw gewonnen: een prachtige gebeeldhouwde communiebank, alsook een geschilderde kruisweg werd geschonken door Mr. Van den Bergh, kasteelheer van Maxburg. Een fraai geschilderde glasraam werd gegeven door de Eerw. Heer Jacobs, pastoor; terwijl twee gekleurde glasramen in de zijkoren geplaatst zijn ter gedachtenis van Mijnheer en Mevrouw Montens d'Oosterwijck.

Eindelijk, het hoogaltaar in prachtig beeldhouwwerk is gemaakt in 1899 door J. Gerrits. E.H. Pastoor Adriaensen deed dit drieluikaltaar plaatsen. Het bevatte drie panelen; de Calvarieberg, de wonderbare visvangst en Sint Paulus' bekering.