Tussenstop in Frankrijk

  Terug naar overzicht

De 20e januari 1807 werd ik op remonte gezonden naar Clermont in Auvergne. Wij zochten terug onze oude weg op Lyon, passerend opnieuw de Mont-Cenis. Wij waren ditmaal gelukkiger dan de eerste maal, want het was een uitgelezen weder. Nochtans hadden wij spijt één van onze kameraden, die niet kon volgen, te moeten achterlaten. Te St. Jean de Maurienne hielden wij wederom rustdag. Wij vonden er een overvloed van fruit, hetwelk spotgoedkoop was. Vandaar ging de tocht over Chambéry, een lief stadje in Savoye, gelegen in een vruchtbare vlakte tegen hoge bergen. Wijn betaalt men daar zes oorden per pot. Van de okkernoten maken zij olie en het is aldaar het gebruik 's avonds de noten in stukken te slaan en alzo de kernen te verzamelen.

Treviso, Saint-Jean-de-Maurienne, Chambéry, Lyon, Clermont-Ferrand

Te Lyon verbleven wij bijna drie weken. Wij logeerden er in het "voorgeborchte" van Vaise, waar de bevolking zeer aangenaam en medelijdend is.

Op 2 mei ontvingen wij order van Kapitein Martin, inspecteur van de remonte, ons te begeven naar Clermont, een schone grote stad, waar men veel tarwe, andere granen en fruit teelt. Het is te Clermont, dat men het mooiste en beste brood eet van geheel Frankrijk en bovendien zeer goedkoop. Wij bleven er enige dagen, doch Kolonel Charpentier gaf ons bevel aanstonds te vertrekken naar Potsdam.

  Terug naar overzicht