E.P. Jozef Vissers vertrekt naar Kongo op 15/9/1925 (foto M. Leunen)

E.P. Désiré Van Riel 1921-1998

  Terug naar overzicht

Witte pater

  • Geboren te Loenhout op 25/9/1921
  • Werd priester gewijd op 7/4/1947
  • Afreis naar Kongo op 17/9/1947
  • Tot 1994 actief als missionaris
  • Overleden te Antwerpen op 18/12/1998
  • Genealogie

Toeristen die tijd en geld hebben gaan naar het Kivumeer als ze Afrika willen zijn. Om reden van de hoge ligging is de hitte er dragelijker dan de in de andere streken en de tropische natuur is er weelderig. Bukavu of Costermansstad is de middelpunt van dit toerismegebied. Vandaar kunt ge, voor het geval dat een Loenhoutenaar de vlucht zou wagen, een trip ondernemen naar Kabare waar P. Vermeiren overste is. Op een volgende dag rijdt u in de andere richting naar Shangi, waar u P. Désiré ergens in één van de vele klassen der missieschool zult aantreffen. Meteen zijt ge op grondgebied van Rwanda, dat voor de oorlog van 1914-18 Duitse kolonie was, maar sindsdien aangesloten is bij Belgisch Kongo.

Shangi mag één dezer dagen het koperen jubileum vieren van zijn stichting. In 1940 startte men er en men is er op goede benen. Reeds heeft men 11.000 christenen en zowat 1.500 geloofsleerlingen bereiden zich voor op het h. doopsel.

Pater D. Van Riel is hier schoolpater. Het onderwij in Kongo is goed ingericht en reeds spreekt men ervan de schoolplicht in te voeren. Het zijn bijna uitsluitend de missionarissen die er zich mee bezighouden en er moet bijgevoegd worden dat ze hierin goed gesteund worden door de staat. Maar dan moet de schoolpater er ook voor zorgen dat het programma gevolgd wordt: dat veronderstelt een voortdurend toezicht op de inlandse leerkrachten. De schoolpater staat ook in voor het godsdienstonderricht: hij moet de leerlingen voorbereiden op het h. doopsel en op de eerste h. communie. Dit is een uiterst delicate taak waar veel van afhangt: zullen die jongens, als ze na de schooljaren hun weg door het leven maken, ook werkelijk christelijke blijven leven? De meesten komen terug in een heidens midden en komen misschien slechts 5 of 6 maal per jaar in aanraking met een priester. Er zullen nog veel missionarissen moeten bijkomen eer iedere gedoopte in Kongo elke zondag naar de mis zal kunnen gaan: en dit is toch een minimumvereiste voor een christelijk leven.

Voorlopig behelpt men zich dan maar met het regelmatig gebed in de familiekring en met godsdienstleraars, die op de buitendorpen de priester vervangen zo goed en zo kwaad als 't gaat. Deze zal in geval van nood de kinderen dopen; ook de stervenden staat hij bij om in hen gevoelens van berouw en liefde op te wekken, als er geen priester kan bijgeroepen worden. De beste oplossing ware dat O.L. Heer vele roepingen liet gedijen onder de jongens van eigen volk.

Ondanks de grote vooruitgang zijn alle moeilijkheden nog niet van de baan in Kongo.

Uit: Loenhouts missionarissen (1955)

"Al wie Désiré van dichtbij gekend heeft, kan getuigen van zijn sterke inzet voor het apostolaat. Hij was een noeste werker, stipt, gedegen en trouw. Hij hield van de Heer en zijn medemensen. Hij had een bijzondere aandacht voor noodlijdenden en zieken. Désiré was begenadigd met een fenomenaal geheugen. Zonder dralen herinnerde hij zich de namen van mensen die hij twintig, dertig jaren eerder had ontmoet op een van de plaatsen waar hij tevoren verbleef. Tot ieders verwondering kon hij velen thuiswijzen in hun “stamboom”. Zijn laatste vier jaren in Rwanda waren ongetwijfeld zeer vruchtbaar. Met elke zieke was hij begaan, maar zijn bijzondere zorg ging naar degenen die geen familie hadden en zich verwaarloosd voelden. Mild en oordeelkundig deelde hij de gekregen hulp uit aan degenen die er het meeste behoefte aan hadden." (Bron: Witte Paters Varsenare)

Update: Zijn officiële naam was Desideratus Franciscus Constantinus Van Riel. Hij bracht zijn laatste levensjaren door in R.V.T. O.L.Vrouw te Vrasene en overleed er op 18/12/1998.

  Terug naar overzicht