E.P. Jozef Vissers vertrekt naar Kongo op 15/9/1925 (foto M. Leunen)

E.P. Leopold Jansen 1921-2010

  Terug naar overzicht

Montfortaan

  • Geboren te Loenhout op 6/2/1921
  • Priesterwijding op 7/3/1948
  • Missionaris in Kongo van juni 1949 tot 1964
  • Gewezen secretaris van de provinciale overste
  • Overleden te Leuven op 20/2/2010
  • Genealogie

Eén van de 35 paters die onze Mgr. Jansen in't werk heeft staan is zijn broer, Pol. Ze hebben hun handen vol om hun 250.000 onderdanen een beetje beschaving bij te brengen. Ongeveer 23.000 zijn er gedoopt of bereiden zich voor op het doopsel.

"Sango Pol" - zo noemen de zwarten hem in hun taal - heeft zijn tenten opgeslagen te Opala, parochie van het H. Hart, een stichting van 1936. Buiten de missionarissen moet ge daar niet veel blanken gaan zoeken: hier en daar een koffie- of rubberplantage. De streek is er te wild en te ver aan den enen kant gelegen om er winstgevende ondernemingen op te richten.

Een stoomboot die op onregelmatige tijden de "haven" van Opala aandoet, is buiten het telegraafkantoor, de enige verbinding met de beschaafde wereld. De producten der verschillende plantages kunnen ook per vrachtwagen vervoerd worden langs de enige autobaan; daar kunt ge van Opala mee in Isangi geraken, in Stanleystad (=Kisangani) of Coquilhatstad (=Mbandaka).

Voor het plaatselijk verkeer moet ge in de meeste gevallen de prauw gebruiken. De inlanders van het watergebied worden er in grootgebracht en als ge een tochtje moet maken moogt ge op hen vertrouwen al is hun bootje precies geen luxe-yacht. Terwijl de blanke passagier stilaan indommelt, staan de roeiers rechtop en zingen een liedje om in de maat te blijven. Het liedje maken ze zelf terwijl ge erbij staat en 't gaat gewoonlijk over de wind die tegen zit, over de luie blanke die te zwaar trekt of te weinig fooi geeft.

Elke dag zal P. Jansen wel niet op reis moeten, want voor 't ogenblik zit hij vast aan de missieschool.

Een volwassene die zich bekeert blijft teveel gebonden aan de slechte gewoonten van vroeger. Daarom werkt men voornamelijk langs de jeugd. Stilaan, na jaren en jaren geduld, bekomt men christene huisgezinnen, die een sterke en weldoende invloed kunnen uitoefnen op hun midden.

Bijgevolg is er voorlopig nog geen einde te zien aan de missionering: geen gevaar van werkloosheid. In Kongo, met zijn verbazend snelle ontwikkeling, ontstaan er, juist uit de vooruitgang, nieuwe moeilijkheden, waarvoor dringende oplossing gevraagd wordt.

Uit: Loenhouts missionarissen (1955).

"L'Echo Montfortain - In the house of the father" publiceerde in december 2010 een In Memoriam over E.P. Leopold Jansen. Het sluit mooi aan op de bijdrage in "Loenhouts Missionarissen".

Pater Pol, zoals we hem noemden, werd geboren in Loenhout op 6 februari 1921. Het grootste deel van zijn opleiding genoot hij in Rotselaar: humaniora, noviciaat (1941), eerste geloften (1942), filosofie en het eerste jaar theologie. Hij voltooide zijn theologische opleiding in Oirschot, waar hij priester gewijd werd op 7 maart 1948. Na het behalen van een diploma koloniale studies te Leuven, werd hij door zijn broer Louis uitgenodigd om mee naar Kongo te komen.

Tijdens de zomer van 1949 vertrok hij voor de eerste keer naar Kongo, in de hoop daar zijn belangrijkste levenswerk aan te vatten. Uiteindelijk werden het slechts 15 jaren, die hem niettemin tekenden voor het leven. Na enkele maanden taalstudie, was hij achtereenvolgens een missionaris in het oerwoud, een schooldirecteur en een overste. Van tijd tot tijd kwam hij terug naar België voor vakantie of om gezondheidsredenen, en ook een keertje voor de bisschopswijding van zijn broer.

Als jonge missionaris in Kongo - de oorlog was net voorbij - werkte hij mee aan de verzelfstandiging van zijn missiegebied, dat de titel "prefectuur" kreeg in 1952, met zijn eigen broer Louis als Apostolisch Prefect. Tien jaar later werd het een bisdom en met zijn broer als bisschop. Dit waren echter ook de jaren van de onafhankelijkheidsstrijd van Kongo, die haar voltooiing kende in 1960, en gevolgd werd door een opstand in Oost-Kongo (waar zijn bisdom Isangani lag), net toen pater Pol op vakantie was in België. Een jaar nadien reisde pater Pol al terug naar Kongo en werd hij benoemd tot eerste overste van de missiepost in Loleka, een beetje later in Oplala. Het was hier dat in 1964 zijn lange Calvarietocht naar Stanleyville (nu: Kisangani) ondernam, met zijn medebroeders en de zusters van Oplala en Wenge. Iedereen overleefde het, maar toch waren velen onder hen getekend voor het leven, ook pater Pol.

Een typische karaktertrek: amper enkele maanden na de onafhankelijkheidsverklaring van Kongo, in juni 1965, schreef hij een korte brief naar de provinciaal vicaris: "Dientengevolge, en na overleg met de andere missionarissen in Winterslag, verklaar ik mij bereid terug te keren naar Kongo indien mijn veiligheid gegarandeerd is." Tussen haakjes voegde hij eraan toe: "trouw aan de gemaakte belofte". Ik zal negeren waarop hij alludeerde, maar het is duidelijk dat hij verwijst naar zijn gegeven woord. Dat was nu typisch Pol: een gegeven woord was heilig. Zijn leven liep evenwel anders dan gepland. In oktober 1965 werd hij gevraagd om kapelaan en prefect te zijn in een school in Fléron. Daar aangekomen, merkte hij dat er van hem verwacht werd dat hij godsdienst zou gaan geven. Dat deed hij dan ook. Vervolgens werd hij gevraagd om overste te worden van de orde in Leuven. Ondanks zijn slechte gezondheid, probeerde hij terug te keren naar Kongo, maar dit werd hem door zijn arts formeel afgeraden (april 1967). Eerder had pater Pol de catastrofale opstand in Kongo meegemaakt en nu zag hij voor zijn ogen hetzelfde gebeuren in Europa: de "Mei '68"-revolte in Parijs, ongeordende nieuwlichterij in de kerk, medebroeders die hun kap over de haag gooiden... Pater Pol leed hieronder: hij was een man van van zijn woord.

De provinciaal overste Piet Goltstein vroeg hem om redacteur en secretaris te worden van het tijdschrift Rendez-Vous (1973). Gedurende deze jaren stapte hij dagelijks te voet van Leuven naar Kessel-Lo en terug: een tocht van 6 kilometer. Dat was één van zijn principes: lichaamsbeweging is noodzakelijk voor een goede gezondheid. Als redactiesecretaris was hij het vaak oneens met de beslissingen van opeenvolgende administraties, maar hij bleef toch zijn taak vervullen met een opmerkelijke gehoorzaamheid tot het einde van zijn mandaat toe, in het voorjaar van 1987: een woord is een woord.

Toen ging hij op rust in Leuven. Nog zo'n karaktertrek van hem: regelmaat in het dagelijks leven. Elke dag droeg hij de H. Mis op, nam zijn ontbijt, een koffietje om 10u, een wandelingetje, een rozenhoedje in de kapel, middageten, een siësta, nog een wandelingetje, rozenhoedje, terug naar zijn kamer, avondeten, een beetje TV en om precies 21u15 naar bed. Een verblijf in het ziekenhuis in 2005 brak deze regelmaat. Zijn geest verzwakte en hij ging niet meer wandelen. Hij verloor zijn oriëntatievermogen, zelfs in het eigen huis. Jos Verbelen was toen zijn steun en toeverlaat. Jos was het ook die zijn levenloze lichaam ontdekte in het midden van de nacht.

Tot slot nog een anekdote: tijdens een broederlijk gesprek vroeg ik hem wat het geheim was van zijn leven als Montfortaan op rust. Zonder aarzelen zei hij: het dagelijks gebed. Zijn blauwe paternoster hing altijd over zijn stoel in de kapel. Die hing daar niet als versiering; hij gebruikte hem dagelijks. Pater Pol stierf op zijn kamer in de nacht van 20 februari 2010. Zijn begrafenis had plaats op 26 februari en zijn laatste rustplaats is het kerkhof van de congregatie in Rotselaar.

(Vertaling uit het Engels: M. Van Aken)

  Terug naar overzicht