Luchtfoto kerk, ca. 1970

1624-1629 E.H. Nikolaas De Moor

  Terug naar overzicht

Nikolaas De Moor was afkomstig uit Antwerpen en geboren in 1584. In 1602 werd hij geprofest. Hij ontving de lagere wijdingen toen hij 21 jaar oud was, op 23 september 1605, en werd een dag later subdiaken. Op 23 september 1606 werd hij diaken gewijd en uiteindelijk op 20 september 1608 ontving hij de priesterwijding van Mgr. Miraeus, de vierde bisschop van Antwerpen.

Hij was vanaf 1617 onderpastoor in Loenhout.  Dit kunnen we opmaken uit volgende schepenacte:

Schepenregister 147, f° 234 v° 13.04.1622
certificatie voor de schout. Heer Marten Aerts, pastoor en heer Nicolaes de Moor, assistent pastoor, getuigen over Marie x Niclaes van Daele. Marten Aerts is 35 jaar pastoor in Loenhout in welke tijd vs Marie bij hem te biechten kwam en het H Sacrament onderging. Nicolaes de Moor is 6 jaar assistent, ook hij bediende vs Marie

 Hij werd pastoor toen zijn voorganger overleed in oktober 1624.

Op 5 januari 1625 staken calvinisten zijn pastorij in brand:

Loenhout, Schepenregister 147 f° 388 v° 10.01.1625
certificatie voor E.H. Nicolaes de Moor, pastoor in Loenhout. Op 05.01.1625 werd door het krijgswerk van het leger van zijne majesteit het huis van de pastorie, met schuur erbij, afgebrand. Het afgebrande huis werd gevisiteerd door Jan Bode en Aert Laureijssen, beide timmerlieden. Opmaken en timmeren van huis en schuur geraamd op minimaal 3.000 gulden

 In juni 1627 werd hij door de calvinisten uit Holland opgepakt en voor zes maanden vastgehouden in Bergen-op-Zoom. Hij was daar niet alleen. Samen met hem waren ook E.H. Wouter van Tilborch, pastoor van Nispen en Essen, Jan van de Zande, schout van Zandhoven en Dierick Bosch, schout van Oostmalle. Allen waren ze door staatse soldaten opgepikt en afgevoerd naar Bergen-op-Zoom. Ze verbleven er van 2 juni tot 16 november 1627. Zoals men weet, was een gevangenisverblijf in die dagen enkel te overleven als men voldoende geld had om in het eigen onderhoud te voorzien. De onkosten beliepen 1853 guldens en een halve stuiver en werden nauwkeurig afgerekend (Bron: Archief van Tongerlo, fonds Essen, losse stukken):

Specificatie van de verteerde montcosten gevallen ten huyse van Servaes Adriaenssen, tavernier inden Helm, verteert bij heer Wouter van Tilborgh, pastoor van Nispen, heer Niclaes de Moor, pastoor van Loenhout, Jan van Zande, schouteth van Santhoven ende Dierick Bosch, schouteth van Oostmal, gecomen sijnden opten 2 junii 1627 ende gerelaxeert op den 16 november desselfs jaers, als volcht: 

- Inden eersten gerekent 800 kannen wijns, ijder kanne tot 12 stuijvers compt
480-0
- Item 1615 kannen biers elck kanne tot 1,5 st. beloopt: 222-0
- Item 800 maaltijden, yeder tot 25 st.: 1010-0
- Item aen eene vereeringhe aende huysvrouwe van den weert is haer toegeleyt: 15-0
- Voort meyssen: 20-0
- Item noch voorde verteerde kosten geschiet op den dach vant vertrek: 12-0
- Item over den loon van den bode: 2 1/2
- Item over den leges van den notaris: 2-0
Samen beloopt altesamen: 1853-1/2

Aengaende de executie vande soldaten te voet die heer Wouter hebben gehaelt, blijft ongeextendeert, soo geloven partijen malcanderen daer van de indimpneren: memorie
Ende den wissel die betaelt sal moeten worden op Antwerpen, metter intrest, blijft mede vooralsnoch ongeliquideert: memorie

Aldus gedaen ende gerekent op den 16 november 1627 binnen Bergen op den Zoom.

Quod attesor
(w.g.H. Willemsen, Notaris met paraf en jaartal 1627)

De gevangenschap had hem toch gekraakt. Hij kwam ziek terug en overleed nog geen twee jaar later, op 6 april 1629.

Over zijn gevangenneming schreef ook Caspar Jongelinus de Lambertinus in zijn boek Notitia Abbatiarum ordinis Cistertiensis per orbem universum, libros x. complexa, het volgende:

Vertaling:

In hetzelfde jaar, in de maand juni, werd onze geliefde broeder in Christus Nicolaus de Moor, pastoor van Loenhout, naar Bergen op Zoom gebracht, niet vanwege zijn eigen misdaad, maar louter vanwege de boosaardigheid van de ketters. Degenen die door hun onmenselijkheid nog onmenselijker zijn, hebben door deze opmerkelijke daad zoveel voordelen terugbetaald die zij van ons klooster hebben ontvangen. Want hoewel ze net zo goed iemand anders hadden kunnen meenemen, kozen ze de onze eruit. De reden was dat de soldaten van de koning de calvinistische predikanten voor de rechtvaardige zaak in de gevangenis hadden gegooid, omdat deze vastbesloten waren geweest om op sommige plaatsen ketterse trouweloosheid te introduceren, beelden en heilige plaatsen kapot te maken en veel gruwelijke dingen te begaan. Daarom weigerden ze, om hun eigen volk te bevrijden (wat ze later zouden proberen), hen op grond van goed en kwaad gevangen te zetten. Voornoemde heer werd, samen met andere gevangenen, op 16 november vrijgelaten op het feest van de h. Edmond, op welk moment de dagen van de reducties (vastendagen?) bij ons werden gevierd. Hij was echter zo bevrijd dat hij niet lang aan de dood ontsnapte, want door de ellende van de gevangenname stierf hij, nadat hij een ziekte had opgelopen, na een paar maanden van ontberingen.

Hij werd begraven in de kerk van Loenhout. Op zijn zerk stonden volgende woorden te lezen:

Sepultura Dni. Nicolai de Moor
Religiosi S. Bernardi
Qui obiit A° 1629.6 aprilis
Aetatis autensi suae 45
Proffessionis vero monastitae A° 22
Sacerdoti 23
Pastoratus in Loenhoudt A° X
Requiescat in pacem.

Archiefstukken i.v.m. DE MOOR, Nicolaas

Loenhout, Oud Archief, Lokale rechtspraak, bundel 1328, stuk 12

f° 17 r° - 26.04.1622 - Aert Peeter Aerts tegen Peeter van Staeijen

Niclaes van Daele is op verzoek van Aert Peeter Aerts 2 keer naar Peeter van Staeijen thuis gegaan om akkoord tussen partijen te maken over kwetsuur die vs Aerts aan Peter toegebracht had aan diens hoofd en dat Peeter gezegd had: 'ik vergeef het hem, en dat hij mij ook vergeve wat ik of iemand mijnentwege aan hem misdaan heb', item dat hij zei dat verweerder de meester diende te betalen, en vermist deze laatste daar niet mee akkoord was legde hij dit bij zijn tweede bezoek voor waarop aanlegger zei dat hij dit aan zijn kinderen overliet, aanwezig daarbij waren Jan Nijs van Tijchelt en Nicolaes de Moor, onderpastoor in Loenhout

Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 147, stuk 251

f° 234 v° 13.04.1622

certificatie voor de schout. Heer Marten Aerts, pastoor en heer Nicolaes de Moor, assistent pastoor, getuigen over Marie x Niclaes van Daele. Marten Aerts is 35 jaar pastoor in Loenhout in welke tijd vs Marie bij hem te biechten kwam en het H Sacrament onderging. Nicolaes de Moor is 6 jaar assistent, ook hij bediende vs Marie

Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 147, stuk 354

f° 374 v° 14.10.1624

certificatie dat E.H. Nicolaes de Moor, religieuze van St Bernards, gedurende 8 jaar assistent is geweest +heer Marten Aerts, pastoor in Loenhout, welke zeer oud, debiel en impotent was, zodat de assistent in feite de mensen bediend heeft ipv de pastoor en goede dienst bewees in de kwade tijd van de oorlog, waarvoor schout, schepenen, kerk en H Geestmeesters de bisschop van Antwerpen verzoeken hem tot pastoor aan te stellen

Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 147, stuk 366

f° 388 v° 10.01.1625

certificatie voor E.H. Nicolaes de Moor, pastoor in Loenhout. Op 05.01.1625 werd door het krijgswerk van het leger van zijne majesteit het huis van de pastorie, met schuur erbij, afgebrand. Het afgebrande huis werd gevisiteerd door Jan Bode en Aert Laureijssen, beide timmerlieden. Opmaken en timmeren van huis en schuur geraamd op minimaal 3.000 gulden

Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 148, stuk 30

f° 21 r° 20.05.1626

certificatie voor Nicolaes de Mur, pastoor in Loenhout, heeft in Antwerpen zerk laten halen om in de kerk van Loenhout te leggen op het graf van Marten Aerts, overleden pastoor

Loenhout, Oud Archief, Schepenregister 257, stuk 10

Stuk 7 - 09.04.1629

certificatie voor Adriaen de Leu, religieus binnen sint Bernaerts, die in Loenhout pastoor is geweest en de pastorij heeft bediend ten tijde pastoor +Nicolaes de Moor in Bergen op Zoom in gevangenschap heeft vertoefd

Loenhout, Oud Archief, Lokale Rechtspraak, bundel 3771, 1622

Loenhout R 3771, 1622

Jan Nijs van Tijchelt stelt zich borg voor zijn zoon Jacob, dat deze niet van het kasteel zal vluchten. Vertoeft op 28.02.1622 nog in gevangeschap, maar wordt op 07.03.1622 onder voorwaarden in vrijheid gesteld, waarbij Jan Nijs van Tijchelt en Jan Lippens zich beiden borg stellen. Feiten geschied op 23.02.1622 tegen Maeijken Cornelis Lenaerts (x Niclaes van Dael), 71j, Sneppel, van wie het aangezicht gans blauw werd geslagen. Verdachte heeft slachtoffer onder valse voorwendsels in zijn huis in de berenstraat doen komen, stak een doek in haar mond zodat zij niet om hulp kon roepen en sloeg haar met de vuisten. Getuigenis door Margrita Anthonis Lippens (x Niclaes Segers), 51j - Dingene Cornelis Lenaerts, 20j - Maeijken Adriaen van Aken (x Cornelis Lenaerts), 58j - Anna Janssen (x +Jan Gillis Luijcx), 45j - Jan Adriaen Teus, 20j - Michiel Jan van Elsackere, 32j, schepene - Jan Cornelis Goris, schepene - Christiaen Vorselmans, 56j, schepene, de eerste getuigen welke verklaren slachtoffer te hebben horen roepen en kermen, hen zeggende dat Jacob Jan Nijs van Tijchelt dit gedaan had, de schepenen dat zij gezien hebben hoezeer vs Marie Lenaerts verwond was. Niclaes Blijens de jonge, 26j, Hoogstraten, chirurgijn, heeft de verwondingen vastgesteld en verzorgd. De schout vraagt dat bij ontkennen van vedachte hij zal mogen gebracht worden tot ‘scherpe examinatie’. Verdachte ontkent de feiten, betwist ook de ‘scherpe examinatie’ en zegt dat het hier om geen kapitaal misdrijf gaat, en dat hij een vaste inwoner is met goede naam en faam. Verder blijkt dat verdachte een zwelling in het gelaat heeft en een getrokken mond welke hij toewijst aan tovenarij, en waarvoor hij in Oud Turnhout bij mr Jacob is geweest, welke mr Jacob de mensen raad geeft inzake tovenarij. Verdachte schrijft vele feiten (zieke beesten en dergelijke) toe aan tovenarij, zoals ook zijn schoonvader Jan Lippens, naast hem wonende, twee jaar geleden vertelde dat er tovenaressen in de berenstraat woonden. De schout dringt aan op de tortuur, argumenterende dat anders de ‘buitenlieden’ de gelegenheid zouden hebben om op de velden en heiden de personen die zij van tovenarij verdenken vrijelijk te mishandelen. Getuigenis door Adriaen Jan Dielis, 20j, wnde bij zijn vader te Brecht op ‘henxtbroeck’ - Lisken Jan Dielis dr, 17j - Magriet Jan Dielis dr,18j, verklaren slachtoffer gezien te hebben toen zij naar de berenstraat ging, maar dat zij alsdan nog geen verwondingen had. Jan Nase, Loenhout, en Jacob Adriaenssen, Hoogstraten, verklaren dat zij naar oud Turnhout zijn gegaan bij meester Jacob, dewelke hen bevestigde dat zekere Jacob uit Loenhout met gezwollen gelaat en getrokken mond bij hem geweest was. Verdediging werpt op dat verdachte van goede faam is en slachtoffer binnen Loenhout algemeen bekend is als tovenares. Vervolgens zijn er de getuigenissen van Boudewijn Matijs Hovelmans, 51j - Cornelis Adriaen Diels, 41j - Adriaen Jan Matteussen, 50j - Cornelis Adriaenssen, 55j, wagenmaker, wiens dochter gedurende een jaar bij vs Marie Lenaerts als dienstbode heeft gewoond - Jenneken Joris de Bruijn (x Lambrecht Rasens, schoenmaker), 38j - Aert Jacobs, 42j - Adriaen Bartelmeussen, 53j - Margriet Lenaert Peeter Bode (x +Jan Wouter Rombouts), 74j; verklaren allen dat zij van horen zeggen hebben dat Marie Lenaerts in Loenhout de naam heeft een tovenares te zijn, zonder dat zij daar verder iets slechts over kunnen zeggen. Verder is er kopij van een verklaring (gedaan in 1611) van Lijnken Adriaens ( x Cornelis Adriaen van der Buijten) welke de beledigingen die zij vroeger aan vs Marie heeft geuit herroept. Peeter Meussen, 50j - Christiaen Mattijs Raets, 52j - Cornelia Peeter Jan Bode, 33j; verklaren dat zij resp een half jaar, twee en een half jaar en twee jaar bij Niclaes van Dael x Marie Lenaerts hebben gewoond, en dat zij een eerzame vrouw is. Pastoor Marten Aerts en zijn assistent Nicolaes de Moor verklaren eveneens dat zij een deugdzame vrouw is. Na woord en wederwoord wordt advies gevraagd aan schepenen van Antwerpen, die adviseren dat de vraag tot tortuur niet ontvankelijk is

Notariaat L. Van der Buijten, RA Antwerpen 2917, 8-11-1629

RA Antwerpen 2917, 8-11-1629

LUCIA MICHIEL SCHEUSERS w. ts machtigt JAN CORNELIS GORIS ts om te ontvangen van JACOB ANDRIESENS pastoor te Kapellen, haar competerende van arbeidsloon ten sterfhuize van wijlen heer MARTEN AERTS en heer NICOLAES DE MOOR in hun leven pastoor binnen vs dorpe