Een Acte van Indemniteit (ook akte van cautie, borgtocht, ontlastbrief of borgbrief genoemd) was een verklaring van de diaconie of het gerecht van de plaats van herkomst van nieuwe ingezetenen, dat deze de eventueel noodzakelijke bijdrage in de kosten van levensonderhoud voor hen zouden betalen. De gewenste geldigheidsduur van die garantieverklaring kon per plaats verschillen. Het was een vooral in de 18e eeuw in veel op het grondgebied van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gelegen steden gebruikt ambtelijk middel om de toestroom van arme mensen naar een stad zoveel mogelijk in te dammen. Amsterdam is een van de weinige steden die nooit een acte van indemniteit heeft verlangd, omdat men juist om nieuwe instroom van werkkrachten verlegen was.

Als een arme burger zich in een andere stad wilde vestigen moest hij naar mate de 18e eeuw vorderde in zijn nieuwe woonplaats steeds vaker een acte van indemniteit van zijn plaats van herkomst overleggen.

Verhuisde iemand bijvoorbeeld van Leiden naar Rotterdam dan moest hij daar een getekende acte van indemniteit overleggen, waarin de Leidse diaconie of het Leidse armenbestuur zich voor een zekere periode (bijvoorbeeld 5 jaar) voor hem garant stelde, mocht de nieuwe inwoner van Rotterdam aldaar tot armoede vervallen. Zonder een acte van indemniteit was het voor een Leidse arme aan het einde van de 18e eeuw dus zinloos om te proberen naar Rotterdam te verhuizen.

Uit: Wikipedia

Kerkarchief Loenhout

Onderstaande borgbrieven bevinden zich in het Kerkarchief van Loenhout.

Inkomende borgbrieven

  • 06.07.1657 - Herentals - mr. Jan Schotelmans, poorter van Herentals
  • 10.01.1665 - Kalmthout & Essen - Nicolaes Willemssen Versporten x Cathalijn Dielissen
  • 07.03.1665 - Beerse - Pauwelijntken Dielissen (x Nicolaes Willemssen Versporten)
  • 29.07.1665 - Baerle-Hertog - Cathalijn Adriaenssen (x Lauwereijs Janssen) - borgbrief gericht aan Hoogstraten
  • 11.09.1667 - Ekeren - Adriaen Claessen x Perijne de Windt
  • 17.08.1667 - Zundert - Adriaen Lodewijcx
  • 25.01.1672 - Zundert - Jenneken Adriaen Peeter Theuns, °Achtmaal
  • 25.01.1672 - Meer - Jan Willemssen de Visser
  • 16.03.1693 - Zundert - Gijsbregt Jan Matthijszoon x Dingna Adriaen Denis
  • 29.10.1740 - Hoogstraten - Adriaen van Tichelen, °Hoogstraten x Adriaentie Verboven
  • 15.12.1759 - Gemert - Jacobus Janse vanden Eijnden, °Gemert - wil huwen met N.N. ex Loenhout
  • 27.08.1764 - Oirle - Guilliam Bourlet, °Oirle - borgbrief gericht aan Meer
  • 12.12.1764 - Duffel - Catharina Lucia Thibaut (x Michiel Roovers)
  • 09.xx.1769 - Rijkevorsel - Cornelis Cromb‚ x Elisabeth Wijnen Jansdr
  • 02.05.1792 - Beerse - Marie Elisabeth Fleerackers, °Rijkevorsel

Uitgaande borgbrieven

  • Werkteksten, doorstreept:
    • 22.01.1681 - Stabroek - Maeijken Claes Janssen x Marten Marcelissen
    • 26.06.1682 - Westerlo - Barbel Cornelis de Crom x Servaes Verstap, °St. Niklaas

  • 30.10.1683 - Hoogstraten - Christine Cornelis Adriaenssen (x Laureijs Lanckaers)
  • 08.11.1695 - Hage, Breda - Peeter Jacobs de Cuijper (kladbriefje)
  • 25.09.1716 - Ekeren - Cornelis van Aerde (x Anna Paschiers)

Andere

Het boek 'Meir (in de Kempen)' (1912) van J.B. Michielsen alias pater Gratianus maakt melding van een borgbrief opgesteld door de bestuurders van Loenhout op 11 april 1744, t.v.v. Jan Cornelis Houben en zijn echtgenote Hendrika Anthoni Geertsen. De transcriptie luidt:

Wij schouteth ende schepenen des dorps ende heerelijckheden van Loenhoudt ende Papendonck, verclaeren ende certifieeren dat Jan Cornelis Huyben, filius Cornelii, daer moeder af is Jacomina Peeter Gevers, is onsen inboereling, den welcken soo hij aen ons te kennen gaf van intentie is sich ten eersten te begeven in den houwelijcken staet. Waeromme den voors. toecomenden bruydegom aen ons regenten ende proviseurs van de taefel van den H. Geest, is eyssende ende vraegende eenen beoorelijcken borghbrieff in forma, tot versekeringe ende securiteijdt ofte den voors. toecomende bruijdegom met sijne toecomende bruijdt in het aenstaende houwelijck eenige kinderen quaemen te verwecken dat de selve alsdan sullen genieten ende profiteren van den armen alhier, soo ende gelijck de placcaerten ten dien eynde geemaneert ende gestatueert sijn, daer ende alomme den voors. toecomende bruijdegom met sijne toecomende bruijdt sal comen te woonen ofte neder te slaegen. In teecken der waerheydt hebben wij desen onsen borghbrief onderteeckent ende gedepessieert in den jaere ons heere een duysent seven hondert vier en veertigh, elf daeghen in de maent april. Tot Loenhoudt, ende was onderteeckent: F.-II. Vleminckx, bster in Loenhoudt, C.-J.-V. Craesbeecke de Sittaert, Geert van den Heuvel ende Peeter J. Kenis, ende gesegelt met eenen segele in rooden lack. Dese gecollationeert tegen het origineel is bevonden daermede te accorderen. Ita attestor hac 13 Xbris 1757. (Geteekend) J.-V. GERARDI, nots regt.

Bron: Delpher.nl (koppeling laatst geverifieerd op 5/4/2020)